Oud-wereldkampioen Nigel Mansell is het volledig eens met Bernie Ecclestone’s voorstel om het aantal (technische) hulpmiddelen flink te verminderen en de coureurs weer echt aan het werk te zetten. De huidige Formule 1 kan Mansell bepaald niet bekoren.

Ecclestone, de commerciële baas van de sport, verkondigde afgelopen weekend in interview met het Duitse ZDF dat hij het reglement door wil scheuren en de Formule 1 drastisch op de schop moet. Wat de Brit met name dwars zit, is dat de coureurs in zijn ogen te veel hulp krijgen vanaf de pitmuur of in de vorm van driver aids. Volgens Ecclestone moeten coureurs ‘het weer echt zelf gaan doen’.

In interview met de Italiaanse Gazzetta dello Sport sluit Mansell zich daar bij aan. De inmiddels 62-jarige Engelsman, goed voor 31 zeges en één wereldtitel en gedurende zijn tijd in de Formule 1 in de jaren tachtig en negentig volop geprezen om zijn aanvallende en vastberaden rijstijl, ergert zich namelijk aan de huidige Formule 1. “Ik roep al jaren dat de regels veranderd moeten worden.”

“De auto’s zijn veel te makkelijk te besturen geworden”, meent Mansell, die dus eveneens vindt dat coureurs te veel hulp krijgen: “Er wordt de coureurs vanaf de pitmuur precies verteld wat ze moeten doen. Daardoor kunnen ze hun eigen vaardigheden niet meer etaleren”, constateert Mansell, die aangeeft dat je in zijn tijd ‘geluk had als er drie mensen aan je auto werkten’. “Maar nu staat elke pitbox vol met wel dertig engineers.”

Wat de oud-coureur van Ferrari, Willams, Lotus en McLaren verder stoort, is dat coureurs met een aggressieve stijl zich continu moeten inhouden om banden te sparen, terwijl inhaalacties met DRS al helemaal geen indruk op hem maken: “Dat vereist toch helemaal geen kwalitieit meer?”

Wie volgens Mansell wel zeker over kwaliteit beschikt, is Max Verstappen, al plaats hij wel een kanttekening bij het feit dat een achttienjarige zo snel zo competitief kan zijn in de koningsklasse van de autosport. “Het staat buiten kijf dat Max getalenteerd is, maar hij is ook het perfecte voorbeeld van hoe coureurs zich vandaag de dag ontwikkelen”, stelt Mansell, die dat niet per se als iets positiefs ziet.

“Max is verrassend snel op circuits die nieuw voor hem zijn, maar dat komt door al het voorwerk dat tegenwoordig in simulators wordt gedaan. Hij hoeft zich daarbij verder ook geen zorgen te maken over het echt leren kennen van de auto, want dat doen de engineers voor hem.”

“Verder hoeft Max zich door de verbeterde veiligheid niet druk te maken om zichzelf, wat ook een zorg minder is. Een ongeluk zoals in Monaco, zou hem in het verleden duur hebben komen te staan. Er zijn tal van voorbeelden van coureurs uit eerdere decennia voor wie zo’n crash einde carrière betekende.”