Hier in Australië weten ze wel hoe je een feestje moet bouwen. Het mag dan crisis zijn, de Aussies willen best wat extra’s doen voor de bezoekers van de eerste Grand Prix van 2009.Van de teams en de sponsoren hoeven we het tegenwoordig niet meer te hebben, zoveel is wel duidelijk geworden in Melbourne. Vorig jaar nog werd FORMULE 1 RaceReport nog door Red Bull uitgenodigd voor een heftig feest op een wel heel hippe locatie in de haven. Het bierviltje met daarop het telefoonnummer van die leuke Australische kon ik na afloop als een prop karton uit mijn achterzak peuteren, zo druk was het er.

De kans om haar dit jaar opnieuw tegen het ranke lijf te lopen bleek vervlogen toen Red Bull zich in de aanloop naar Australië in stilte hulde. De enige festiviteit die het team zich permitteerde was een suffe fotoshoot op het strand, waar Mark Webber en Sebastian Vettel met een lullig schepje poseerden naast een Formule 1-auto van zand. De internationale pers, hongerig naar avontuur en dorstig naar gratis bier na een lange winter zonder Formule 1-opwinding, droop teleurgesteld af.

McLaren bakte er niet veel meer van met een ‘uniek fotomoment’ waar Lewis Hamilton en Heikki Kovalainen braaf poseerden naast het plaatselijke brandweerkorps.

Gauw terug naar het circuit. Bij het betreden van Albert Park waant de bezoeker zich op een festivalterrein. Biertenten, worstkramen en schiettenten. Het retrogevoel wordt gecompleteerd door mannen die in het gras aan hun Formule Ford zitten te prutsen en Porsches die op een aanhangwagen de paddock ingereden worden.

Vlakbij de Formule 1-paddock wordt een podium in gereedheid gebracht. Vorig jaar was ik daar getuige van een concert van Kiss; potsierlijk opgeschilderde kerels die met een hoop vuurwerk en hele slechte muziek een groot feest maakten van de avond na de race. Iedereen was dronken omdat er door de enorme hitte al om twee uur alle flesjes water uitverkocht waren. Er was alleen nog bier, en dat ging ook op.

Dit jaar heeft de organisatie van de Grand Prix een nog grotere klapper in petto. Zondagavond speelt hier The Who, die in de Rock ’n Roll Hall of Fame omschreven worden als ‘’s werelds grootste rockband’. De legendarische drummer Keith Moon mag dan al dertig jaar dood zijn, maar zijn plaats wordt met verve ingenomen door Zak Starkey. Inderdaad, de zoon van Ringo Starr.

Het toonaangevende Britse Q Magazine nam The Who op in zijn lijst van ‘50 bands to see before you die’. Da’s nog eens wat anders dan een circuitomroeper die de bezoekers verzoekt het circuit geleidelijk te verlaten, om verkeersopstoppingen te voorkomen.

Melbourne heeft het helemaal begrepen. Een Grand Prix moet een feest zijn. Dat de helft van het publiek ’s avonds al niet meer weet wie er gewonnen heeft, maakt dan niet uit.

Ik heb het lijstje met die 50 bands van Q Magazine er even bij gepakt. Nog 43 bands te gaan. Zondagavond toch maar even kijken.