De Sponsor leidde zijn gasten het motorhome binnen. Met een weids armgebaar toonde hij zijn gevolg het dakterras met uitzicht over de Hungaroring.

Omdat hij miljoenen betaalde, mocht De Sponsor niet alleen zijn sticker op een auto plakken, maar had hij ook recht op een aantal paddockpassen. Die deelde hij elke race uit aan vrienden en relaties, die hij op deze manier kon inwijden in de glamourwereld van de Formule 1. Zijn wereld.

Het achterhoedeteam dat hij sinds kort sponsorde moest het stellen met een bescheiden tent, en daarom zaten De Sponsor en zijn gevolg bij een ander team, met het mooiste motorhome van de Formule 1. Wat maakte het ook uit: voor al het geld dat hij uitgaf had hij toch zeker ook recht op een tafeltje op het dakterras?

Op weg er naartoe waren ze al een echte Formule 1-coureur tegengekomen. Wie het precies was wist de Sponsor niet, maar  hij had hem toch maar even wat nageroepen en zijn duim opgestoken. Zijn gasten waren onder de indruk. Hij kende hier immers iedereen.

Wie wat te drinken wilde, hoefde maar met zijn vingers te knippen, vertelde De Sponsor trots aan zijn gasten. Die hadden hun duurste zonnebrillen opgezet en leken in hun poloshirts wel op een groep vertegenwoordigers van een duur kledingmerk. Hoewel het nog wat vroeg was, kwam er witte wijn op tafel, want het was feest. Er werd gelachen naar de meisjes.

De Sponsor genoot. Hoewel je zijn sticker amper kon zien op de auto’s van het achterhoedeteam, was dit waar het voor hem om ging. Hij vroeg om meer wijn. Dit was de exclusieve wereld van de geslaagde jongens. Jongens zoals hij. Hij zag de jaloezie in de ogen van zijn gasten. Omdat hij hier elke week mocht zitten, tussen de de echte Formule 1-coureurs en al die mannen met geld en macht. In een wereld waar alles te koop was.

Zou hij straks aan zijn gasten voorstellen om met Bernie Ecclestone op de foto te gaan?