“Dit is gek. Dit zien we anders nóóit.” Voor me staan een man en twee vrouwen, ze roepen het in het Engels met Azerbeidzjaans accent nagenoeg in koor. Een stilte valt. Terwijl drie paar ogen me glazig aankijken, dwalen mijn gedachten in rap tempo af. ‘Heb ik dit?’ Waarom?’

En vooral: ‘Wat nu?’

Een zucht klinkt op de eerste verdieping van het Hilton Hotel in Bakoe. Het drietal maakt daar deel uit van de groep mensen die verantwoordelijk is voor de media-accreditatie dit Formule 1-weekend. Oftewel: zorgen dat de juiste persoon de juiste pas krijgt. Een pas met rechten en beperkingen, afhankelijk van het soort werk, welk medium, et cetera. Een pas ook die werkt.

Althans, dat zou wel moeten. Maar daar sta je dan. Eindelijk, je debuut als Formule 1-verslaggever. En dan dit. ‘Sorry, Mister Bos.’

En dus kwam dat gevoel dat u ook vast goed kent, wat we allen wel eens hebben (of hebben gehad): dat gevoel van ‘het zal toch niet?’ Het kan je in allerlei situaties overkomen. Situaties waarvan je over het algemeen weet dat het 99 van de 100 keer goed gaat. Situaties waarover je je dus eigenlijk geen zorgen hoeft te maken. En dat ook niet doet. Maar toch, dat stemmetje in het hoofd, soms wordt die realiteit.

Zoals in Bakoe. Paniek!

Dan schrijf je jaren over Formule 2, dan krijg je het vertrouwen en de kans om Formule 1-verslaggever te worden bij FORMULE 1 Magazine en dan is dit je debuut. Je eerste officiële mediapas, op naar mooie verhalen, reportages, interviews en wat al niet meer. Een bijzonder moment. Schrijven over de crème de la crème van de mondiale racerij, de koningsklasse van de autosport. Het summum van je sportjournalistieke loopbaan.

Dan wil je niet dat er wat mis gaat. Zie daar, dat ‘het zal toch niet?’-moment. Uiteindelijk blijkt in Bakoe dat de mediapas simpelweg nog op ‘inactief’ staat ingesteld. Een paar administratieve handelingen van de FIA verder en zie daar: eureka, het werkt.

Van een debuut zeggen ze vaak dat het onvergetelijk is. Dat klopt: de eerste meters moeten nog verreden worden, maar ik heb al peentjes gezweet. Eind goed, al goed, gelukkig. Op naar een mooi raceweekend.