Het was vaste prik. Ooit begon het Formule 1-seizoen in Melbourne. En meestal gebeurde dat ook op gepaste wijze. Een borrel hier, team- of sponsorpresentatie daar: de Australische GP was de perfecte seizoenopener. Totdat een zak oliedollars anders bepaalde.

Dinsdagochtend 06.30 uur lokale tijd landde ik na een reis van exact 24 uur op de luchthaven van Melbourne. Voor de negende keer ben ik de wereld overgestoken voor het verslaan van de Australische GP. De eerste was in 2005, toen Giancarlo Fisichella won en ik honderd Australische dollars door het putje zag verdwijnen. Ik had ingezet op zijn teamgenoot (en latere wereldkampioen) Fernando Alonso, maar die werd derde. Sindsdien gok ik niet meer.

De race in 2005 zal bij mij vooral in herinnering blijven door het conflict van Minardi’s teambaas Paul Stoddart met de FIA, waardoor het lang onzeker was of Christijan Albers wel zijn F1-debuut zou kunnen gaan maken. Het gekonkel bleek de voorbode van een journalistiek buitengewoon interessant jaar. De verhalen kwamen bij Minardi vanzelf naar je toe rollen.  

In Melbourne gebeurt eigenlijk altijd wel wat. Denk aan de drie jaar terug, toen het coronavirus ook Australië had bereikt en de Grand Prix vrijdags vlak voor de eerste trainingssessie werd geannuleerd. Tot wede van de lokale bevolking. Sommige coureurs zaten op dat moment al in het vliegtuig naar huis… Voor velen kon een Formule 1-seizoen nergens beter beginnen dan in Australië. Die traditie is na 2020 verdwenen. Bahrein luidt tegenwoordig het nieuwe racejaar in, tegen betaling, zoals Abu Dhabi het afsluit. Oliedollars smaken de commercieel rechtenhouder goed.

Toch heeft het nummer in Melbourne niets aan kracht ingeboet. De stad staat, zo bleek bij aankomst op het vliegveld al, weer volledig in het teken van de hogesnelheidsshow. Overal in de straten is de Formule 1 aanwezig, hotels zitten vol en de race is uitverkocht. Vorig jaar brak de GP een record: ruim 400.000 fans passeerden de poorten. Die moeten het, op de baan althans, voor het eerst sinds lange tijd zonder hun favoriet Daniel Ricciardo doen. Oscar Piastri heet de nieuwe Australische ster, startnummer 81 valt niet te missen. Hij prijkt met Max Verstappen en Lewis Hamilton pontificaal op het affiche van dit jaar.

Maar hij is niet de enige coureur die in de Australische media op meer dan gemiddelde belangstelling kan rekenen. Valtteri Bottas is door de relatie met vriendin Tiffany Cromwell, een Australische profwielrenster, ook zeer zichtbaar Down Under. Hoezeer, dat ontdek ik woensdagmiddag wel. Na een alleraardigst gesprek in Jeddah over zijn passie voor koffie kreeg ik een dag later van hem een VIP-uitnodiging voor een ‘intieme viering’ met Valtteri en Tiffany voor de lancering van Omena (appel in het Fins) Gin.  

Oude tijden herleven in Melbourne, al is het maar voor één dag.