Jolyon Palmer denkt dat hij niet te veel naar de andere kant van de Renault-garage moet kijken, waar het teamgenoot Nico Hülkenberg stukken beter vergaat.

Zeven races, nul punten. Zo ziet Palmers seizoen eruit, terwijl Hülkenberg al achttien punten heeft gescoord en bovendien in alle zeven kwalificaties (flink) sneller is geweest dan Palmer. Renault heeft Palmer ook te verstaan gegeven dat het beter moet, waarbij de Brit denkt dat hij er goed aan doet niet te veel naar Hülkenberg te kijken, omdat hij zich eerst op zichzelf moet concentreren.

“Ik moet gewoon zo goed mogelijk rijden en wat dan aan de andere kant van de garage gebeurt, is een ander verhaal”, zegt Palmer tegen Autosport. “Ik moet daar ook niet de hele tijd naar kijken”, weet de Brit, die wel erkent dat Hülkenberg het ‘erg goed’ doet. “Hij is, vooral in de kwalificatie, extreem snel, maar ik moet er gewoon voor zorgen dat ik blij kan zijn met wat ik achter het stuur doe.”

Palmer wil zich op het werk aan zijn kant van de garage concentreren.

Voor Palmer betekent dat dan het maximale uit de auto halen, maar hij waakt er daarbij óók voor niet te veel te willen, want de GP2-kampioen van 2014 erkent dat hij eerder in het jaar ‘misschien wel’ heeft geprobeerd de boel te forceren. “Ik heb me misschien ook wel wat laten afleiden.”

De Renault-coureur zegt verder met de lastig in het juiste raamwerk te krijgen Pirelli-banden te worstelen. Er zijn echter ook vragen waar hij niet echt een sluitend antwoord op heeft, zoals waarom het – los van problemen met de setup en Pirelli’s – mis gaat in de kwalificatie. “Geen idee.”

“Er zijn sessies geweest waarin ik wat foutjes heb gemaakt, maar we hebben ook kwalificaties gehad waarin ik blij was met hoe ik reed, maar er alsnog een groot verschil was. Ik weet het dus niet.”