Het leek een uitstervend ras, maar met de komst van de nieuwe teams keert het fenomeen weer terug: ‘Paydrivers in de F1’. Formule1.nl presenteert de opvallendste coureurs die betaalden voor hun stoeltje. Vaak waren ze onbezonnen en talentloos. Zo ook Ricardo Rosset.

 

De Braziliaan Rosset was uiteindelijk toch nog drie seizoenen actief in de Formule 1. Maar toen was het huwelijk tussen hem en de koningsklasse van de autosport toch écht afgelopen. Terwijl de resultaten van hem in lagere klassen helemaal niet onverdienstelijk waren.

Voorspel
Rosset was een ‘laatbloeier’: Rosset begon pas op zijn 22e te karten en ging vervolgens in de Braziliaanse Formule Ford rijden, won daar drie races om niet lang daarna de overstap naar Europa te maken.

Rosset eindigde een keer zesde en een keer vijfde in het Britse Formule 3-kampioenschap en won in 1995 twee races in de F3000, de voorloper van de GP2. Resultaat? De tweede plaats in het kampioenschap achter Vincenzo Sospiri. Het leverde hem een promotie op naar de Formule 1: Footwork hengelde Rosset binnen als teamgenoot van Jos Verstappen.

De veelbelovende resultaten in lagere klassen ten spijt, bewees de Braziliaan in drie jaar Formule 1 meerdere keren absoluut geen F1-materiaal te zijn.

Debuut
Verstappen troefde hem in 1996 op alle fronten af. De Limburger was vaak in de kwalificatie al ruim een seconde sneller dan Rosset. Als beide wagens de race uitreden kwam het ook nog wel eens voor dat Verstappen Rosset op een ronde zette. Bovendien pakte Verstappen nog een keer een puntje, in Argentinië, en kwam Rosset daar nooit bij in de buurt.

Ontwikkeling
Het seizoen 1997 was voor Rosset al afgelopen voor het serieus en wel onderweg was. Het nieuwe Formule 1-team van Lola was geïnteresseerd in de Braziliaan. Het team stond echter geen race aan de start. De auto, die niet in een windtunnel was getest, was te zwaar en veel te langzaam om door de kwalificatie van de Australische Grand Prix te komen. Het team hief zich zelf na de afgang snel weer op.

Een desastreus jaar bij Arrows en een niet noemenswaardig jaar bij Lola bleken voor Tyrrell in 1998 geen redenen te zijn om Rosset nog een kans te geven. British American Racing had inmiddels een meerderheidsbelang genomen in Tyrrell en wilde graag via Rosset centen verdienen met het sponsorgeld dat de Braziliaan met zich meebracht. Het werd een afgang.

Dieptepunt
Rosset mocht vijf van de zestien races niet starten omdat hij in de kwalificatie langzamer was dan de 107 procentnorm. 1998 was daarmee eigenlijk één groot dieptepunt voor Rosset. Misschien spande hij in de kwalificatie in Monaco wel de kroon. Hij schoot in een bocht een keer te ver door, om vervolgens achteruit de baan op te rijden en vervolgens nog honderd meter in de verkeerde richting te rijden.

Bij het zwembad kwam hij dwars op de baan te staan en Rosset besloot zijn auto vanuit stilstand in een spin te gooien. In Monaco. Dit had tot gevolg dat Rosset de baan nog erger blokkeerde en geen kant meer op kon. Uitgerekend deze keer kwalificeerde Rosset zich overigens wél voor de race. Rosset werkte de rest van het seizoen stuntelend en anoniem door. Toen hij in 1999 geen zitje kon bemachtigen ging hij terug naar Brazilië om zich te richten op het opzetten van zijn kledinglijn.

Conclusie
Ricardo Rosset is het perfecte voorbeeld van een paydriver. Natuurlijk: in de opstapklasses deed hij het helemaal niet zo slecht, maar in 1996 was al duidelijk dat de Braziliaan er niets van kon. Als een coureur nu zo zou presteren als Rosset in 1998, zou zijn superlicentie waarschijnlijk worden ingenomen. Rosset reed in 1998 ver, ver onder de maat. Tyrrell had hem enkel in dienst genomen voor zijn geld. Een jaar later was dat voor andere teams zelfs geen reden meer om hem in dienst te nemen: met een coureur als Rosset in je gelederen jaag je potentiële sponsoren waarschijnlijk alleen maar weg.