Het Renault fabrieksteam moet zich eerst met het huidige budget als best of the rest bewijzen, voor de Franse automaker er meer geld in steekt om de top drie – Mercedes, Ferrari en Red Bull – aan te vallen.

Dat vertelt Bob Bell, de chief technical officer van het team, aan Autosport.  Conform het stappenplan dat het team uit Enstone heeft uitgestippeld, heeft het van 2016 op 2017 een sprong van de negende naar de zesde plek in het WK gemaakt: “Dus we moeten er nu voor zorgen dat we in de toekomst in staat zijn de vierde plaats te pakken en vast te houden”, geeft Bell aan. “Dat is Force India de laatste jaren gelukt, dus wij zouden dat met een ronduit vergelijkbaar budget ook moeten kunnen.”

Renault-ceo Carlos Ghosn (midden) staat erom bekend de kosten zeer scherp in de gaten te houden en geen groot Formule 1-fan te zijn. Renault moet de uitgaven dus zien te rechtvaardigen.

“Tot dat lukt en we Renault kunnen tonen dat we daar als team toe in staat zijn, blijven ze niet zomaar de portemonnee trekken om meer mensen binnen te halen of middelen aan te schaffen”, weet Bell, die ook weet dat de top drie op een ander financieel speelveld speelt. “Pas als wij ons als team hebben bewezen, kunnen we het er met Renault over hebben wat er nog meer nodig is om bij de top drie aan te sluiten en de strijd – ook qua resources – aan te gaan met Mercedes, Ferrari en Red Bull.”

Het team uit Enstone, sinds seizoen 2016 weer eigendom van Renault, zit nog wel midden in een proces om uit te groeien tot best of the rest. Renault houdt er daarbij rekening mee dat er over een paar jaar wellicht een budget cap wordt ingevoerd. Autosport rekende einde 2017 overigens uit dat Renault over dat jaar als team (los van de motorafdeling) 170 miljoen euro had uitgeven. Red Bull zou krap 250 miljoen gespendeerd hebben, Mercedes en Ferrari (los van hun motorprogramma’s) meer dan 300 miljoen en Force India bijna 110 miljoen euro.