Renault heeft een conservatieve aanpak gehanteerd voor de motoren die in de openingsfase van 2018 worden ingezet en zodoende performance voor betrouwbaarheid ingeruild.

Dat vertelt Renaults managing director Cyril Abiteboul aan Autosport. “We hebben vrijwillig besloten enkele compromissen door te voeren voor onze eerste racemotor van het jaar, om te zorgen dat de basis goed is. Als je gelijk bij de eerste race al betrouwbaarheidsproblemen hebt, blijf je daar de rest van het seizoen immers last van hebben en dat kun je je niet veroorloven.”

Eén van de belangrijkste technische regelwijzigingen voor 2018 is het terugbrengen van het aantal straffeloos per coureur te gebruiken motoren van vier naar drie. Waar een motorexemplaar in 2016 gemiddeld vijf races mee moest gaan, moet elk exemplaar in 2018 gemiddeld zeven Grands Prix gebruikt kunnen worden door deze nieuwe regel én een extra race op de kalender.

Renault-topman Abiteboul. Foto: Sutton Images.

‘Performance-niveau Abu Dhabi’
“De nadruk ligt dus heel erg op betrouwbaarheid”, geeft Abiteboul aan. Dit betekent voor het begin van 2018 dat de performance niet wezenlijk verbeterd zal zijn ten opzichte van eind 2017. “Ons doel is in Australië min of meer op het niveau te zitten van eind vorig jaar in Abu Dhabi”, zegt hij.

“Qua performance vormt dat een goede basis”, meent de Fransman, die aangeeft dat Renault daarna constant meer vermogen zal brengen. “Zonder dat de betrouwbaarheid daarbij dan onder lijdt.” De volgende motorspecificaties die Renault in 2018 zal brengen, zullen daarbij stappen vooruit opleveren, verklaart de topman.

Basis
Abiteboul is er namelijk van overtuigd dat Renault ‘een goed platform’ heeft voor 2018, gezien de beslissingen die het heeft genomen en het testwerk dat het van de winter heeft gedaan. “We hebben op de testbank elf keer zoveel kilometer gedraaid als vorig jaar rond deze tijd”, illustreert hij dat.

De Renault-motoren, die door Renaults fabrieksteam en Red Bull en McLaren worden gebruikt, zullen hoe dan ook in een soort spaarstand staan bij de eerst test. “Tijdens deze eerste wintertestweek hoef je dus niet naar rondetijden te kijken. We willen namelijk vooral het nodige controleren. Vanaf de tweede test zullen ze in een meer representatieve stand staan.”