“Enorm teleurstellend”, dat is hoe Daniel Ricciardo zijn Grand Prix van Italië omschrijft, nadat hij in de laatste bocht van de laatste ronde een zeker lijkende tiende plaats kwijtraakte.

“Tot we voor de laatste keer Parabolica in gingen, lag ik tiende, maar toen ik weer op het gas ging staan om de bocht te verlaten, gebeurde erg niks”, zo legt Ricciardo uit hoe hij zijn puntje verloor.

“Wat er precies gebeurde, weten we nog niet, maar het is – zeker aangezien het dit jaar niet makkelijk voor ons is om in de punten te eindigen – uiteraard ontzettend teleurstellend om in de laatste paar honderd meter alsnog een punt mis te lopen”, treurt de Australiër na.

In de andere STR7 kende Ricciardo’s teamgenoot Jean-Éric Vergne ook een teleurstellende race, al eindigde die van hem niet met een sisser, maar met een klap in de achtste ronde van de wedstrijd: “Ik weet niet waarom ik ineens crashte”, meldt hij.

“Het enige wat ik weet, is dat ik plotseling de controle over de achterkant van de auto kwijt was op het moment dat ik begon te remmen. Direct daarna vloog ik door de lucht en vervolgens kwam ik met een harde klap weer op de grond terecht.”

Na uit zijn auto geklommen te zijn, werd Vergne naar het Medisch Centrum gebracht, maar volgens de Fransman is er niks serieus aan de hand. “Behalve wat hoofd- en rugpijn, ben ik gewoon in orde. Ik prijs me echter wel gelukkig dat mijn auto niet over de kop geslagen is, want de kerbstones zijn behoorlijk hoog op het punt waar ik ze raakte.”

Teambaas Franz Tost laat in zijn reactie weten dat hij ook niet weet wat er mis ging bij Vergne, maar dat hij de late terugval van Ricciardo wel kan verklaren: “Hij had een probleem met de branfstrofdruk en viel dus terug, maar we moeten nog wel onderdzoeken hoe dat tot stand heeft kunnen komen, net zoals we moeten nakijken wat er mis ging bij Jean-Éric.”