In de rubriek Vipbox vertellen bekende Nederlanders over hun fascinatie voor de Formule 1. Ditmaal Bas Nijhuis, de flamboyante voetbalscheidsrechter.

Wat de Formule 1 tegenwoordig met het voetbal deelt: discussie over scheidsrechters, of stewards, zoals de wedstrijdleiders in de Formule 1 worden genoemd. Toch denkt voetbalscheidsrechter Bas Nijhuis dat beide sporten veel van elkaar kunnen leren. Zo kan de voetbalwereld volgens hem op bepaalde vlakken zeker een voorbeeld aan de Formule 1 nemen. “Neem alleen al hoe de races worden geregistreerd en gemonitord. Daarin zijn ze hun tijd ver vooruit. Daarom ben ik ook zo blij dat de videoref eindelijk zijn intrede heeft gedaan in het voetbal. Net als in de Formule 1 staan er bij ons zoveel belangen op het spel. Een verkeerde beslissing in de Champions League kan een club vele miljoenen kosten.” Al blijft het een wereld waarin het voor een groot deel gaat om de interpretatie, zowel het voetbal als de Formule 1. “Neem de crash van Max Verstappen en Daniel Ricciardo in Bakoe. Of eerder, de botsing van Verstappen en Hamilton in Bahrein. Iedereen ziet het anders. En wat ik ook merk: de ene keer mag het wel, de andere keer weer niet.”

Waar de Formule 1 dan weer een voorbeeld aan zou moeten nemen, het eerlijk(er) verdelen van bijvoorbeeld de tv-gelden, zoals in de Engelse Premier League. “Daardoor kon zelfs Leicester City kampioen worden.” Volgens Nijhuis is de Formule 1 meer te vergelijken met de Nederlandse Eredivisie. “Ik vind het jammer dat alleen Mercedes, Ferrari en – in mindere mate – Red Bull de dienst uitmaken.” Volgens Nijhuis is het zeker niet zo dat de races niet spannend zijn, maar het maakt het wel voorspelbaar. Net als de eerdergenoemde Eredivisie, dus. “Daar wordt een club met een kleine begroting nooit kampioen. Ja, FC Twente en AZ deden het ooit, maar dat is echt een uitzondering. Normaal gesproken gaat de titel altijd naar een topclub.” Of in de Formule 1: een topteam.

“Het zou de Formule 1 veel spannender maken als iedereen over hetzelfde materiaal beschikt”, zegt Nijhuis, maar hij weet: “Zo werkt het natuurlijk niet. Mercedes en Ferrari, teams met de hoogste budgetten, gaan daar nooit mee akkoord.” Toch is en blijft Nijhuis een trouwe kijker, een raceweekend blijft voor hem ‘iets magisch’. En ja, de beslissingen die de wedstrijdleiding maakt, interesseren hem beroepshalve natuurlijk. Wel is hij een beetje jaloers op hoe open de Formule 1 in dat opzicht is, qua communicatie. “Ik vind het jammer dat wij dat niet bij het voetbal hebben. Hopelijk komt daar snel verandering in. Daar heeft het publiek in het stadion ook recht op, dat we meteen kunnen uitleggen waarom we een bepaalde beslissing hebben genomen. Ik weet wel: het zal niet alle discussie wegnemen, maar je haalt wel de onduidelijkheid weg bij mensen.”

Het volledige interview met Bas Nijhuis over de verschillen en overeenkomsten tussen de voetbalwereld en Formule 1 en wie hij een rode kaart zou geven lees je in het nieuwste nummer van FORMULE 1, nr. 8. Nu in de winkel te koop of hier online te bestellen.