Williams-nieuwkomer Lance Stroll heeft niet de beste eerste indruk gemaakt tijdens de wintertests, maar volgens Williams-kopstuk Rob Smedley moet de Canadees de tijd krijgen zich te bewijzen.

Ten overstaan van Auto, Motor und Sport neemt Smedley het – niet voor het eerst – op voor Stroll, die tijdens zijn eerste twee testdagen drie keer van de baan vloog, met de nodige schade tot gevolg. Williams moest er zelfs de laatste testdag van de eerste testweek om laten schieten.

De tweede week verliep beter voor Stroll, die volgens Smedley hoe dan ook een forse uitdaging wacht tijdens zijn debuutweekend, over anderhalve week in Melbourne: “Dat wordt moeilijk genoeg voor Lance. Het is immers een nieuw circuit voor hem, er is maar weinig trainingstijd en de muren staan er dichterbij dan in Barcelona.”

De druk op Strolls schouders is volgens Smedley sowieso ‘immens hoog’. “Hij is pas achttien jaar en alles is nieuw voor hem, terwijl de nieuwe auto’s sneller dan ooit zijn en iedereen meekijkt naar hoe hij het doet.”

Smedley is door deze optelsom van mening dat het niet eerlijk zou zijn gelijk al te oordelen over Stroll. “Geef hem zes maanden om gewend te raken, daarna kun je over hem oordelen”, zegt de Brit.

De 2017-auto’s zijn wellicht nieuw voor Stroll, de Europees Kampioen Formule 3 van 2016, maar Formule 1-bolides an sich zijn dat niet. Stroll heeft vorig jaar namelijk een uitgebreid testprogramma afgewerkt met een 2014-Williams, al is dat een bolide die meerdere seconde per ronde trager is dan de Williams FW40 van 2017.

Stroll kwam tijdens de wintertests na een valse start alsnog tot 386 ronden.

Stroll kwam tijdens de wintertests overigens alsnog tot een totaal van 386 afgelegde ronden, waarmee hij zesde staat in dat klassement. De Canadees zelf herhaalde vorige week in gesprek met het Journal de Montréal dat hij er klaar voor is: “Ik weet dat ik dat ben.”

“Ik heb onderweg naar de Formule 1 kampioenschappen gewonnen en twijfel er niet aan dat ik mijn plekje verdien. Ik heb ook aan alle superlicentie-eisen voldaan en hard gewerkt. Ik mag dan onervaren zijn, maar heb niet het gevoel dat ik hier niet thuis hoor. Ik heb me goed voorbereid en twijfel niet aan mijn capaciteiten om in deze nieuwe omgeving te aarden.”