Sinds het begin van de Formule 1 is het maar een aantal keer voorgekomen dat de wereldkampioen niet tot het team behoort dat de constructeurstitel wint. Maar dit jaar zou het zomaar weer kunnen gebeuren.

Sebastian Vettel staat op dit moment met 141 punten, 12 punten voor op Mercedes-coureur Lewis Hamilton. Voor de Grand Prix van Canada was het verschil nog 25 punten, een voorsprong waar Niki Lauda van vreesde dat die zonder uitvalbeurt van Vettel niet meer in te halen zou zijn. De teams staan in ieder geval een stuk dichterbij elkaar dan de voorgaande jaren, waarin Mercedes meteen de voorsprong nam, met eindeloze één-twee’tjes op het podium. Met de eerste één-twee van dit seizoen heroverde Mercedes in Montréal de leiding in het constructeurskampioenschap.

De punten zijn als volgt verdeeld: de winnaar krijgt 25 punten, nummer twee 18, nummer drie 15 en nummer vier 12. Dit loopt verder af tot de coureur die als tiende over de finish komt en wordt beloond met 1 punt. Voorgaande jaren was de constructeurstitel niet zo spannend, doordat alleen de Mercedes-coureurs vochten om de titel en daarbij eigenlijk geen concurrentie hadden. Tot nu toe wijst alles dit jaar op een spannend gevecht tussen Mercedes en Ferrari, en Hamilton versus Vettel.

De tweede coureurs van het team, in dit geval Valtteri Bottas en Kimi Räikkönen moeten de eer van het team hoog houden en zo veel mogelijk punten scoren om de constructeurstitel binnen te halen. Maar soms lukt het niet om genoeg punten te scoren voor het team om zowel het coureurskampioenschap in de wacht te slepen als de constructeurstitel.

Tien keer eerder is dit het geval geweest. Tien keer pakte dus een ander team de constructeurstitel dan het team waarbij de wereldkampioen in dienst was. De laatste keer dat dit gebeurde, is inmiddels negen jaar geleden toen Lewis Hamilton bij McLaren de wereldtitel pakte en Ferrari ervandoor ging met de constructeurstitel. Hieronder het lijstje met de jaartallen, de winnaar van de constructeurstitel en de wereldkampioen van dat jaar met het team waarbij hij die won.

2008 Ferrari   – Lewis Hamilton (McLaren)
1999 Ferrari    – Mika Häkkinen (McLaren)
1994 Williams – Michael Schumacher (Benetton)
1986 Williams – Alain Prost (McLaren)
1983 Ferrari    – Nelson Piquet (Brabham)
1982 Ferrari    – Keke Rosberg (Williams)
1981 Williams – Nelson Piquet (Brabham)
1976 Ferrari    – James Hunt (McLaren)
1973 Lotus      – Jackie Stewart (Tyrrell)
1958 Vanwall – Mike Hawthorn (Ferrari)

Opvallend is de terugkerende clash tussen Ferrari, Williams en McLaren. Het gebeurt maar liefst vier keer dan McLaren de wereldkampioen levert, maar de constructeurstitel moet laten aan Ferrari of Williams.

Nelson Piquet won twee van zijn drie wereldtitels zonder dat zijn team Brabham de constructeurstitel kon pakken. In 1981 kwam dat grotendeels doordat zijn teamgenoot Hèctor Rebaque tien van de vijftien de race niet kon uitrijden. In 1983 was eigenlijk hetzelfde het geval, maar was het dat jaar Riccardo Patrese die keer op keer niet wist te finishen.

In 2008 was het een ware slag om het wereldkampioenschap, met Felipe Massa en Kimi Raïkkönen voor Ferrari, Robert Kubica en Nick Heidfeld voor BMW en Lewis Hamilton en Heikki Kovalainen voor McLaren lag de strijd voor de constructeurstitel tot de laatste race open. Mede door de tegenvallende resultaten van Kovalainen zag McLaren de titel uit zijn vingers glippen en naar Ferrari gaan met maar 19 punten verschil. Hamilton wist het rijderskampioenschap met één punt voorsprong op Massa te winnen.

Dat de strijd om de constructeurstitel dit jaar een stuk spannender is dan de drie voorgaande jaren is duidelijk.