In wat het weekend van de Dutch GP had moeten zijn, neemt FORMULE 1 je alsnog mee naar Zandvoort. Met herinneringen, hoop, en mooie verhalen. Dit keer neemt Koen Vergeer je mee terug in de tijd naar 1985, naar wat nog altijd de laatste Nederlandse Grand Prix is. En de laatste overwinning van Niki Lauda.

De comeback van Lauda in 1982 bij McLaren is een groot succes geworden. Vooral financieel. Bij de contractonderhandelingen twijfelde sponsor Marlboro nog even over zijn snelheid, waarop Lauda antwoordde dat ze hem dan maar één dollar moesten geven voor het rijden, en de rest (zo’n slordige twee miljoen) voor zijn publiciteitswaarde.

Na zijn twee wereldtitels bij Ferrari, in 1975 en 1977, verovert De Rat zijn derde titel in 1984 met een half punt voorsprong op zijn teamgenoot Alain Prost. Prost, die voor de derde keer op rij een titel door zijn vingers ziet glippen, is na de beslissende race in tranen. Lauda troost hem: “Kom op, jij bent goed, volgend jaar word jij kampioen.”

En inderdaad, in 1985 raast Prost eindelijk op zijn eerste wereldtitel af. Lauda leeft inmiddels in onmin met teambaas Ron Dennis, die vooral spijt lijkt te hebben van Lauda’s prijskaartje. Lauda heeft allang geen zin meer, liefst zou hij er meteen mee stoppen. Hij dient echter zijn dure contract uit. In die gemoedstoestand arriveert Lauda in Zandvoort.

De trainingen verbeteren zijn humeur ook al niet. Lauda komt niet verder dan plaats tien. Dat wordt weer een weekendje meehobbelen. Op zondagochtend komt de Oostenrijkse journalist Herbert Völker het motorhome van McLaren binnenvallen: “Niki, vandaag pak je ze allemaal!” Lauda raakt slechts geïrriteerd: “Hij wil dat ik me zonder enige noodzaak doodrijd…”
(tekst loopt door onder de foto)

Lauda met teambaas Dennis. De relatie tussen de twee wordt er naarmate 1985 vordert niet beter op.

Die doortrapte Dennis!

Tijdens de warm-up rijdt Lauda de snelste tijd, en ineens voelt alles anders. Bij de start zigzagt hij rond Nelson Piquet en Nigel Mansell en ligt na de Tarzanbocht al zesde. Langzaam werkt hij zich naar voren. Maar de auto overstuurt, Lauda weet dat hij linksachter een zachtere band nodig heeft. Hij maakt een pitstop. Eenmaal weer op de baan is er niets veranderd. Tegen de afspraak in heeft het team linksachter opnieuw een harde band gemonteerd. En Prost krijgt natuurlijk wel zachtere banden van die doortrapte Dennis!

Lauda (de middelste auto) jaagt op Piquet en houdt teamgenoot Prost af.

Wanneer de anderen allemaal hun pitstops hebben gemaakt, ligt Lauda echter aan de leiding. Negen seconden voor op Prost. Maar de Fransman komt op zijn betere banden snel naderbij. Met nog zes ronden te gaan vult de McLaren van Prost de spiegels van Lauda. Lauda kijkt en bedenkt wat hij kan doen.

De meest logische plaats om te passeren is de Tarzanbocht, alleen wanneer Lauda een fout maakt, kan Prost het elders op het circuit proberen. Lauda weet dus wat hij moet doen: “Ik concentreer me op het uitkomen van de laatste bocht voor het rechte stuk. Daar moet ik zo netjes mogelijk doorheen en vroeg op het gas. En ik moet oppassen in de Panoramabocht. De ideale lijn zwaait van rechts naar links, maar de verdedigende lijn gaat precies door het midden.”

‘Ik ga hem niet voorbij laten’

Lauda, driemaal wereldkampioen, 24 Grand Prix-zeges, en negen jaar eerder uit de dood opgestaan, is vastbesloten: “Ik ga hem niet voorbij laten. Ik ben niet voor niets tot hier gekomen, lijf en leden riskerend, om het dan in de laatste ronden weg te geven aan Prost… Zijn kampioenschap staat niet op het spel.”

Lauda komt net voor Prost over de streep.

In de laatste ronde waagt Prost een aanval in de Panoramabocht. Lauda is erop voorbereid. Hij blijft exact in het midden en dwingt Prost met twee wielen op het gras. “Nog twee bochten. Verpest het nu niet. Nog een keer goed die bocht uit accelereren. Ik pak de vlag met twee lengtes voorsprong…”

Terug in de pits wordt Lauda gefeliciteerd door Prost. De Fransman kijkt nogal sip, en ook de McLaren-leiding oogt terneergeslagen. “Prost zegt me dat ik nogal ruig tekeerging. Natuurlijk, antwoord ik, waarom niet? Je wilt toch niet dat er later wordt gezegd dat de kampioen Prost de hulp van Lauda nodig had?”

Een heel boek over Zandvoort van Koen Vergeer bestel je hier!

Lees hier de andere delen van ‘Terug naar Zandvoort’!

Bron: Niki Lauda, Mijn derde leven. 1997 (Nederlandse vertaling: Marten Hofstede)