In de rubriek ‘Terugblik’ werpt Formule 1-redacteur Rob Wiedenhoff een blik op het verleden aan de hand van momentopnamen. Van bijzonder tot bizar, het zijn Robs meest memorabele herinneringen aan een sport die hij al vijfenvijftig jaar als verslaggever en liefhebber volgt.

Even terug naar het in vele opzichten tumultueuze formule 1 seizoen 1994. Het eerste jaar voor de dan 22-jarige Jos Verstappen die bij zijn debuut op het circuit van Interlagos bij São Paulo de wereld versteld deed staan door na zijn adembenemende salto koel zijn vizier op te klappen. Het kleine gebaar werd breed uitgemeten in de internationale media. Dat was dan ook uiterst cool.

Heter werd het op Hockenheim met de brand tijdens een pitstop met de Benetton-Ford. En ook nu weer kwam Jos er genadig vanaf. Door de recente race op Spa-Francorchamps moet ik vooral ook denken aan de Nederlandse invasie met liefhebbers die in reeksen bussen naar de Ardennen afreisden. Waar ik ook keek, overal zag ik bijkans ontelbare hoeveelheden rood-wit-blauwe vlaggen en spandoeken met opschriften die te maken hadden met Ons Jos.

Vooral op de helling vanaf de Raidillon, in 1994 helaas afgezwakt door een snelheidsremmende chicane, naar Les Combes heerste een sfeer die viel te vergelijken met een thuis voetbalinterland. In de vroege ochtend van de wedstrijddag maakte dat nauwelijks te duiden gevoel van je meester dat er iets bijzonders stond te gebeuren.

Verstappen in actie in de B194.

De Hollandse tifosi hadden alle reden om in groten getale het fraai gelegen circuit van Francorchamps te bezoeken. Jos behaalde immers bij de vorige wedstrijd, de Grand Prix van Hongarije, in zijn zesde Formule 1 race zijn eerste punten voor het wereldkampioenschap dank zij zijn derde plek. Verstappen op het podium. Ongekend. Bezweet en met kleffe haren stond hij naast winnaar en teamgenoot Michael Schumacher. Links de tweede geworden Damon Hill.

Voor mij begon de aanloop naar die dubbele eer op het ogenblik dat Jos op het punt stond te vertrekken naar Boedapest. Die race liet ik schieten. Achteraf reuzejammer, maar na alle incidenten met Benetton en met Jos was er weinig reden om te verwachten dat hij in Hongarije figuurlijk zou vlammen. Bij zijn ‘thuisrace’ op Francorchamps zou ik wel verder kijken.

De sfeer rondom het Benetton-team was gedurende het jaar op zijn zachtst gezegd mistig. Als debutant kon Jos weinig uitrichten met zijn opmerkingen over de afstelling van zijn auto. De maat der dingen werd bepaald door Schumi, kopman en aanstaand wereldkampioen. Fouten en foutjes van Jos lagen onder een vergrootglas.

Verstappens positie bij Benetton stond onder druk na een reeks moeilijke weekends.

Ook het team van Flavio Briatore stond regelmatig ter discussie. Er waren problemen met verboden tractiecontrole, het team weigerde de elektronica te laten inspecteren op Imola, maar daar werd weinig aandacht aan besteed gezien de drama’s met Ratzenberger en Senna. Op Silverstone haalde Schumacher zijn tegenstander Damon Hill tweemaal in tijdens de formatieronde. Daarvoor kreeg hij tijdens de race de zwarte vlag die hij eerst totaal negeerde omdat hij meende dat hij na afloop een tijdstraf kreeg. Een matige uitleg. De Duitser onderging echter alsnog een stop-and-go penalty.

Het verwijderen van een filter in de brandstoftoevoer, oorzaak van de brand op Hockenheim, werd niet bestraft omdat bewijs ontbrak. De positie van Jos stond in Duitsland na de training, waarin hij spinde met de auto van Schumacher, ter discussie bij Benetton. Hockenheim zou zijn laatste race voor het team worden. De dramatische brand, waarbij hij slechts licht werd gewond, redde hem: Jos racete in Hongarije.

Daar werd de spanning rondom hem geluwd door zijn mooie klassering. Kort voordat hij vanaf Schiphol met een machine van Malev naar Hongarije vertrok sprak ik hem op de luchthaven. Hij werd niet opgemerkt door zijn medereizigers en alleen mentor Huub Rothengatter vergezelde hem. Zijn toenmalige vriendin Mariet en vader Frans waren er niet bij. Ook supporters ontbraken. Jos had de broodnodige rust nodig om zich optimaal te kunnen concentreren op de komende, lastige taak in een sfeer waarin zijn team in het brandpunt van de interesse lag.

Verstappen concentreert zich op de start van één van de tien races die hij in 1994 voor Benetton rijdt.

Zes dagen na het vuur van Hockenheim testte Jos een Benetton op Silverstone. Zijn commentaar: “Ik dacht nergens meer aan. Zoiets kan ik makkelijk van me afzetten, daar stap ik overheen. Je kunt niet zeggen dat het nooit meer kan gebeuren, maar ik hoop dat het nu een beetje beter gaat. We gaan er nog altijd vanuit om bij de eerste zes te eindigen en een keer punten te scoren.” En dat lukte zondag 14 augustus 1994: voor het eerst een Nederlander op het F1 podium.

Bij terugkeer werd hij door grote groepen fans als held verwelkomd op Schiphol. Joris Linssen van ‘Hello Goodbye’ zou ernstig in de verdrukking zijn gekomen. Op een haar na miste Jos twee weken later een gave herhaling. In België reed hij een verstandige wedstrijd. De twee pitstops verliepen zonder problemen en dat Heinz-Harald Frentzen met de Sauber-Mercedes hem opjoeg, deed hem niet veel. Hij bleef trouw aan zijn eigen tempo. Koste wat kost wilde hij weer aan de finish komen.

Dat Mark Blundell met de Tyrrell-Yamaha pogingen deed hem te intimideren interesseerde hem geen zier. Hij hield de Tyrrell aan het einde van de lange klim voorbij Eau Rouge mooi af. Zelfs Flavio Briatore was in zijn sas toen hij op de monitor zag hoe Verstappen dat flikte. Hoofdschuddend draaide hij zich om; een teken dat de manoeuvre zijn goedkeuring verdroeg.

Een sterke race in België werd uiteindelijk zelfs beloond met een podiumplek.

Het succes in Hongarije gaf Jos veel vertrouwen en hij werd als vierde afgevlagd na Schumacher, die zijn achtste overwinning van het jaar behaalde, Hill (Williams-Renault) en Mika Häkkinen (McLaren-Peugeot). Jos gaf een rustige analyse. Hij was blij dat het na de regen tijdens de trainingen op zondag droog bleef. “Ik heb nog nooit een regenrace gereden in de Formule 1 en dan is het vervelend om hier de primeur te beleven. Vandaag heb ik risico’s gemeden. Dat Coulthard achter mij zou eindigen wist ik omdat hij hinder had met de versnellingsbak.” Ook het publiek ontging hem niet. ,,Die fans van mij langs de baan, dat was heerlijk. Vooral de laatste ronde zag ik veel Nederlandse vlaggen. Dit resultaat is goed voor mijn zelfvertrouwen en voor het team.”

Het werd nog beter. Na de huldiging merkte ik in rennerskwartier en perskamer dat er iets aan de hand was. Dat werd aangewakkerd door het lastig te duiden gevoel dat er iets in de lucht hangt. Dat wellicht de uitslag op losse schroeven stond. Zo bleek. Enkele uren na de finish werd de auto van Schumacher afgekeurd. Bij de technische keuring stond vast dat de bodemplank meer was afgesleten dan de toegestane millimeter. Benetton ging in beroep: het zou komen doordat Michael over de kerbstones had gereden. Later werd Schumi voor twee races geschorst na de overtredingen in Engeland en België.

Hill werd dus de winnaar en Jos schoof op naar de derde plaats. Hij miste het podium, want hij was een slordige honderd kilometer verderop in het Limburgse Montfort (sinds 2013 draagt Koning Willem Alexander trouwens ook de titel Heer van Montfort) om in zijn vaders café De Rotonde feest te vieren met de fans na zijn vierde positie. Daar hoorde hij van zijn vier WK-punten. Weer derde. In en om De Rotonde bleef het nog lang onrustig.

Door: Rob Wiedenhoff.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in
Formule 1 nr. 12, 2015.