In de rubriek ‘Terugblik’ werpt Formule 1-redacteur Rob Wiedenhoff een blik op het verleden aan de hand van momentopnamen. Van bijzonder tot bizar, het zijn Robs meest memorabele herinneringen aan een sport die hij al vijfenvijftig jaar als verslaggever en liefhebber volgt.

Manipulaties in de Formule 1 zijn van alle tijden. Dat Nico Rosberg eind 2016 in Mexico moest winnen na het verliezen van de titel een race eerder, was een doekje voor het bloeden. Lewis werd op een strategisch moment binnengehaald en zo zagen we Rosberg junior feestelijk onder de reuzensombrero. Het maakte niets uit voor het WK.

Anders was dat op 25 oktober 1964 toen twee Britten wereldkampioen konden worden. De besnorde Graham Hill na 1962 wederom of, eigenlijk veel mooier en uniek, pakte de vroeg kalende John Surtees de titel?

Extra spannend was het dat de beslissing viel in de tiende en laatste wedstrijd van het jaar.
De plekken waarop in de seizoenen van weleer werd gereden zagen er aanzienlijk anders uit dan tegenwoordig. De F1 was nog lang niet de mondiale sport van heden. De kalender bevatte acht overwegend klassieke Europese wedstrijden. Begonnen werd in Monaco. En vervolgens kwamen Nederland, België, Frankrijk, Engeland, Duitsland, Oostenrijk en Italië aan de beurt waarna werd vertrokken naar Amerika en dan de finale in Mexico.

Racen in Mexico had veel weg van een rariteitenkabinet. Wat Europese volgers van de sport betitelden als gevaarlijke ‘Zuidamerikaanse toestanden’, deed uiteindelijk de race voor vele jaren de das om. In 1962 werd met een niet voor het kampioenschap tellende wedstrijd begonnen. Daar verongelukte tijdens de training de ambitieuze Ricardo Rodríguez in de licht opgehoogde Peraltadabocht. Dat de Amerikaan Richie Ginther er in 1965 voor zorgde dat Honda zijn eerste Grand won, is een voetnoot in de geschiedenis.

Erger was dat in 1970 veel toeschouwers bedachten dat het toch wel leuk was om de Formule 1-bolides van heel dichtbij te bekijken. Veel volk op het gras langs de baan. Levensgevaarlijk. Mexicaanse toestanden. Tot 1992 geen Formule 1 meer; Mexico ontving een vuurrode kaart.

Kleur speelde in 1964 ook een merkwaardige rol dank zij de vaak chaotische en dictatoriale Enzo Ferrari. De Commendatore lag overhoop met de autoriteiten. De internationale sportcommissie van de FIA wilde zijn 250 LM (Le Mans) niet homologeren als Gran Turismo-auto. Een delegatie vanuit Parijs telde in Maranello slechts 37 exemplaren van de 250 LM, stukken minder dan de verplichte honderd stuks. Zoals auteur Brock Yates (Enzo Ferrari, The Man, the Cars, the Races) opmerkte: “Enzo Ferrari ging door het lint. Hij schreeuwde van verraad en riep de zoveelste keer dat hij stopte met de racerij.’’

Enzo’s gram hield de autosportwereld een zomer lang bezig. Totdat hij, zoals verwacht, bakzeil haalde. Ferrari reageerde vreemd. De twee laatste wedstrijden waren zijn auto’s ingeschreven door het North American Racing Team van zijn oude vriend Luigi Chinetti: het rosso was vervangen door de Amerikaanse racekleur. Wit met een blauwe band in de lengte.

Door de tweede plaats van Surtees in Amerika, achter de BRM van Graham Hill, ging het in Mexico tussen Hill en Surtees. Big John leek er door een matige start niet aan te pas te komen. Sensatie volgde. Surtees’ teamgenoot Lorenzo Bandini ramde Hills BRM uit de race. Opzet? Nee, zoals Yates optekende uit de mond van de flegmatieke Hill: “Het was heus geen opzet. Maar gewoon bloody bad driving.’’

Het slot was een thriller. Nadat de oppermachtige Jim Clark (Lotus) twee ronden voor de finish uitviel met pech, leidde Gurney (Brabham) voor Bandini en Surtees. De Ferrari staf besefte dat Bandini via stalorders moest afzakken en zo werd John Surtees de eerste en enige coureur wereldkampioen op twee en vier wielen. Hij versloeg Hill met één punt.

Op slag was de Brit Surtees held in Italië. Ferrari voelde zich tot John aangetrokken omdat ook hij een self-made man was. De Brit was technisch zeer onderlegd en was vaak tot laat in de avond bezig bij de raceafdeling. Ook tafelde hij veel met Ferrari en zo ontstond er een zeer hechte band. Tot woede van teammanager Dragoni die Bandini voortrok. Een explosieve situatie in de schimmige politiek van Maranello. Dragoni won ten slotte. Surtees verliet in 1966 (na twee races!) de Scuderia.

Door: Rob Wiedenhoff.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in
Formule 1 n. 17, 2015.