Frits van Amersfoort denkt nog altijd met genoegen terug aan de tijd dat Max Verstappen voor zijn team racete, maar waakt ervoor op andere Nederlandse talenten het stempel van ‘de nieuwe Max’ te plakken. Niet omdat er volgens hem een gebrek aan talent is, maar wél aan goede ondersteuning. “Dat je al gauw wordt bestempeld als de opvolger van Max, helpt daarbij niet.”

Door Frank Woestenburg

Dat stelt Van Amersfoort in interview met FORMULE 1 Magazine. Volgens de teambaas die al sinds de jaren tachtig talenten helpt de internationale autosportladder te beklimmen, zijn coureurs als Verstappen en Charles Leclerc – die allebei voor hem raceten – talenten van de buitencategorie. Met zijn Formule 1-successen heeft Verstappen de autosport weer populair gemaakt in Nederland, maar is het vinden van sponsorbudget er alsnog niet eenvoudiger op geworden voor jonge talenten. Mogelijk zelfs integendeel.

“Jongens als Kas Haverkort, Richard Verschoor en Bent Viscaal hebben echt wel talent, maar het schort enigszins aan de ondersteuning. Het is in feite een West-Europees probleem, want je ziet het niet alleen in Nederland”, constateert Van Amersfoort, wiens Van Amersfoort Racing dit jaar onder meer in de Formule 3 en Formule 2 uitkomt. “Het is voor bedrijven aantrekkelijk aan boord te springen bij iemand die al succesvol is”, ziet hij, “maar men is niet bereid om aan de wieg te staan van het succes.”

“Dat is jammer”, vindt Van Amersfoort. “Daar zou wat meer lef in mogen zitten vanuit het Nederlandse bedrijfsleven.” Al blijft ook de KNAF, de Nederlandse autosportbond, hier in gebreke, meent hij. Het Talent First-talentenprogramma dat onder meer Giedo van der Garde, Ho-Pin Tung en ten dele Max Verstappen voortbracht, is volgens Van Amersfoort verworden tot een papieren tijger. “Het is intern afgeschoten omdat het teveel geld kostte”, weet hij.

“Deelnemers kunnen nu nog een pr-cursus of een bootcamp volgen, maar het heeft niets meer om het lijf. In landen als Frankrijk gaan bonden echt beter met talent om.” Opkomend talent in Nederland krijgt bovendien te maken met een complicerende factor, vervolgt hij. “In Nederland word je al gauw bestempeld als de opvolger van Max. Dat helpt niet. Een van de moeilijkste dingen voor een jong talent is namelijk om de juiste keuzes te maken.”

“Wat dat betreft heeft Max alles goed gedaan, geholpen door het netwerk en vooral de kennis en ervaring van zijn vader. In zijn karttijd werd Max al gevraagd voor het Red Bull-talentenprogramma, maar Jos durfde het aan om nee te zeggen. De familie van Richard Verschoor durfde dat niet en in het jaar dat Max Formule 1 reed, werd Richard al getorpedeerd als zijn opvolger. Zijn bedje was gespreid. Niet dus.” De kern? “Alles draait om het maken van de juiste keuzes en dan nog speelt toeval een rol.”

In de nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine lees je het complete interview met Frits van Amersfoort. Over de ‘rookie-status’ in de Formule 2 en 3, kiezen tussen geld en talent en waarom hij nog baalt van het mislopen van Lando Norris. FORMULE 1 Magazine nr. 03 is nu hier te bestellen met gratis verzending!