Red Bull-beschermeling Jean-Eric Vergne vindt niet dat de energiedrankfabrikant haar jonge talenten te zwaar onder druk zet: “Je wordt er juist sterker van.”

Vergne is samen met de Australiër Daniel Ricciardo één van de oogappeltjes van Red Bull-adviseur Helmut Marko, die tevens leiding geeft aan het juniorenprogramma van Red Bull dat talentvolle jonge coureurs naar de Formule 1 moet brengen.

Velen zijn Vergne en Ricciardo echter al zonder al te veel succes voor gegaan. Te denken valt dan onder meer aan Enrique Bernoldi, Patrick Friesacher en Scott Speed, die allen de deur gewezen werden omdat ze niet naar behoren presteerden, terwijl ook andere 'Red Bull-producten' zoals Vitantonio Liuzzi en Christian Klien in dienst van Red Bull nooit echt hebben kunnen doorbreken en hun heil elders in de Formule 1 moesten zoeken.

Vergne, op zijn beurt, dankt zijn gestage groei binnen het ontwikkelingsprogramma deels aan het falen van Brendon Hartley. Hartley fungeerde in de eerste helft van 2010 als testrijder voor Red Bull en werd door het team geprezen voor het goede werk dat hij deed, maar werd halverwege het jaar uit het programma gezet omdat hij tegenvallende resultaten behaalde in de World Series by Renault, alwaar Vergne zijn stoeltje vervolgens overnam.

Op het moment lijken Vergne en Ricciardo dus de mannen voor de toekomst waar het de Red Bull-teams betreft. Het duo wordt zelfs gebruikt om de 'vorige generatie' Red Bull-talenten – en huidige Toro Rosso-rijders – Jaime Alguersuari en Sébastien Buemi onder druk te zetten.

Volgens Vergne zijn al dit soort zaken echter inherent aan de aard van het talentenprogramma van Red Bull: "Het juniorenprogramma is een onderdeel van het Formule 1-team van Red Bull, wat momenteel het sterkste team op de grid is. Dit betekent dus ook dat van de coureurs uit het juniorenprogramma wordt verwacht dat zij de beste zijn", legt Vergne uit aan het Franse Auto Hebdo.

"Voor mij is het een heel logisch gegeven", gaat Vergne verder. "Ik begrijp dat Red Bull me niet langer zou steunen als ik geen goede prestaties meer neerzet, dat hoort bij het spel. Het gaat er immers om dat je wint."

"Het talentenprogramma is voor mij de enige manier om in de Formule 1 te komen en ik accepteer de manier waarop het werkt. Ik heb geen grote tas vol met sponsorgeld tot mijn beschikking, dus er staat me sowieso niet anders te doen dan races en kampioenschappen winnen."

"Het is juist goed dat we nu met druk te maken krijgen en er gewend aan moeten raken", meent de twintigjarige Fransman bovendien. "Als we de druk in de lagere klassen al niet aankunnen, dan wordt de Formule 1 natuurlijk al helemaal een moeilijk verhaal."

"Ik kan me dus ook wel vinden in de filosofie van Helmut Marko. Hij vindt dat je gelijk vanaf het begin gewend moet zijn aan het feit dat je onder druk staat, want daar word je volgens hem alleen maar sterker van."