Gemengde gevoelens bij Max Verstappen na de sprintrace bij de Grand Prix van Azerbeidzjan. Dat hij derde werd, deed hem nog deugd gezien de forse schade aan zijn auto. Over de veroorzaker daarvan, George Russell, was hij minder goed te spreken: “Het slaat nergens op.”

Gestart vanaf plek 3 moest Verstappen in de openingsronde flink wat moeite doen om Russell achter zich te houden. De Brit tikte de Nederlander overduidelijk aan in een van de eerste bochten, waardoor er schade aan de zijkant van de Red Bull ontstond en Verstappen een plek verloor.

“Ik snap niet waarom Russell zoveel risico nam”, schudde de regerend wereldkampioen na afloop vol onbegrip het hoofd. “Hij had onderstuur, koude banden. Maar dat hebben we allemaal.” Het tweetal had even kort discussie na de finish. “Hij kan het mooi uitleggen”, aldus Verstappen, “maar het slaat nergens op.”

‘Liet genoeg ruimte’

De Nederlander zei in de persconferentie na afloop dat hij zelf niet vond dat hij iets verkeerd deed. “Ik liet hem genoeg ruimte, lijkt mij. Maar blijkbaar is het moeilijk om een Red Bull niet te raken.” Hij haalde zijn Mercedes-rivaal nog wel in, maar ook nog voorbijgaan aan Leclerc en Pérez bleek een brug te ver.

Verstappen kwalificeerde zich vrijdag als tweede voor de reguliere race die zondag op de rol staat (13.00 uur Nederlandse tijd, 17.00 uur plaatselijke tijd). Hij denkt dat die wedstrijd anders zal verlopen dan de sprintrace. “We starten namelijk met meer benzine in de tank, de temperaturen liggen vermoedelijk wat hoger en dus zal het allemaal ook wat zwaarder zijn voor de banden. Het wordt een ander soort race.”

De boordradio:

Deel 1:

Deel 2: