Max Verstappen mag dan eindelijk een echte overwinning in zijn favoriete circuit Spa-Francorchamps op zijn palmares bijschrijven. De Nederlander startte de Belgische Grand Prix zondag vanaf de veertiende stek, maar wist binnen de kortste keren naar voren te rijden en de race met overmacht te winnen.

Eerder deze week werd Verstappen nog gevraagd of hij er extra op gebrand was om op Spa-Francorchamps te winnen. Immers, vorig jaar had hij de zege min of meer in de schoot geworpen gekregen, toen noodweer het racen onmogelijk maakte en hij als polesitter na twee ronden achter de safetycar de trofee wel erg gemakkelijk in de handen kreeg gedrukt. Verstappen grapte donderdag dat hij die overwinning van 2021 als een volwaardige zege ziet. “Ik heb de trofee en er staat een 1 op.” Dat gezegd hebben zal de wereldkampioen tevredener terugblikken op de Ardennenklassieker van dit jaar. Verstappen was op de veertiende plaats gestart, reed als een warm mes door de boter en lag in no time aan de leiding van de wedstrijd.

Hectische openingsronde

Hoewel het er van buitenaf redelijk eenvoudig uitzag – Verstappen reed binnen 25 minuten naar de leiding van de wedstrijd – had de Nederlander het vooral in het begin nog redelijk lastig. “Het was beste een hectische openingsronde. Ik moest echt uit de problemen zien te blijven, er gebeurde zoveel voor me”, analyseerde Verstappen direct na afloop voor de camera’s van F1TV. “Maar toen iedereen zich na de safetycar een beetje had gesetteld… Tsja, de auto liep als op rails. We kozen de juiste momenten om anderen in te halen en zorgden goed voor onze banden. Zo konden we naar voren rijden en toen we daar eenmaal reden was het een kwestie van consolideren. Dit hele weekend was ongelooflijk.”

Met de 25 punten voor de overwinning en ook nog het extra punt voor de snelste ronde, loopt Verstappen verder uit in het kampioenschap. Het verschil met de nummer twee Sergio Pérez is nu 93 punten, maar Verstappen gaat het nu niet rustiger aan doen. “Het is een weekend geworden zoals ik dat van tevoren niet had kunnen bedenken, maar we willen meer van dit. We blijven hard werken.”