Het proefballonnetje van Stefano Domenicali, topman van Formule 1’s commercieel rechtenhouder, de vrije trainingen misschien maar af te schaffen kan op weinig sympathie rekenen van Max Verstappen. Volgens de wereldkampioen is zoiets ondenkbaar. “Je kunt de kwalificatie en race niet ingaan zonder trainingen.”

Hij is een van de belangrijkste coureurs waarmee Domenicali regelmatig spart over onderwerpen die in het hier en nu spelen of die de toekomst van de Formule 1 mede gaan bepalen. De Italiaan beseft dat Verstappen een van de sleutelspelers van de sport is en ook zijn ideeën heeft over de te volgen koers. Vaak kan Domenicali op Nederlandse steun rekenen. Maar niet voor zijn idee de drie trainingssessies af te schieten.      

“Volgens mij was het niet helemaal wat hij precies bedoelde”, nuanceerde Verstappen. Desondanks moet er in zijn optiek niet teveel gesleuteld gaan worden aan het huidige format. “Toen ik vroeger Formule 1 keek, vond ik het altijd heel mooi uit te kijken naar de wedstrijd op zondag.” De sprintraces die twee jaar geleden werden ingevoerd, zijn volgens hem al een behoorlijk ingrijpende wijziging geweest. “Ik ben daar geen fan van.” Evenmin van het idee het hele format verder aan te passen. “We moeten uitkijken dat we niet aan het hele DNA van de Formule 1 gaan schroeven. Ik vind het belangrijk niet teveel te gaan veranderen, anders houdt het op een gegeven moment op.”

Een Grand Prix zonder vrije trainingen is, zo vindt Verstappen, een slecht idee. “Je kunt niet zonder trainingen de kwalificatie en race ingaan. Als je zoveel wedstrijden hebt, kun je misschien een training schrappen.” Hij ziet meer heil in een heel wat simpelere oplossing het spanningselement te vergroten. “Het enige waar je naar moet kijken, is zorgen dat het veld dichter bij elkaar zit. Want dan krijg je spannendere wedstrijden.”

Verstappen vindt de vingerwijzing naar de Formule 2 en Formule 3, waar de trainingstijd nu al wel beperkt is, geen steekhoudende. “Ik vind het belachelijk dat ze in die klassen zo weinig trainingstijd hebben. Je betaalt zoveel geld (voor een stoeltje, red) en dan rijd je maar 35 minuten tot de kwalificatie begint.”

Tijdens de sessie met de Nederlandse pers blikte Verstappen desgevraagd ook nog even terug op het rumoer dat na de Grand Prix van Saoedi-Arabië via social media ontstond over vader Jos: hij zou teamgenoot Sergio Pérez de hand niet hebben geschud na diens overwinning in de woestijn. Een onjuiste conclusie, zo bleek uit tv-beelden. “Mijn vader is natuurlijk altijd mijn grootste fan. Ik houd niet van verliezen en mijn vader ook niet: zo zijn wij opgegroeid”, zei Verstappen.

“Ze laten”, zo vervolgde hij, “altijd de foute beelden zien. Checo stapt uit zijn auto en wil feestvieren met zijn monteurs, wat heel normaal is. En daar hoort mijn vader gewoon niet thuis, daarom gaat hij daar ook niet als een malloot tussen staan springen. Ik denk dat dat meer dan normaal is, alleen zien sommige mensen dat anders. Dat is prima, dan zie je het maar niet zo. Het gaat erom dat we met onszelf bezig zijn en niet wat de twitterwereld ervan vindt.”