The duel in the desert: onder die naam staat de veldslag die Lewis Hamilton en Nico Rosberg in 2014 in Bahrein uitvechten in Formule 1’s geschiedenisboeken. In de woestijn worden de piketpaaltjes voor hun verdere tweestrijd stevig in de grond geslagen. “Ik haat tweede worden achter Lewis.”

“Het was eigenlijk net als onze karttijd”, memoreert Hamilton, met de zege op zak, als het stof is neergedaald na het opwindende duel met Mercedes-teamgenoot, jeugdvriend en aartsrivaal Rosberg. Ze kennen elkaar al jaren, waren begin 2000 in de karts teamgenoten, dromend van de Formule 1. Na de karts liepen hun paden uiteen, maar in de koningsklasse komen die in 2013 weer bij elkaar, bij Mercedes.

Als de Duitse fabrikant in 2014 de macht grijpt in de Formule 1, wint Rosberg wint de seizoenopener in Australië, en Hamilton in Maleisië. In Bahrein staat Rosberg op pole en staat al buiten kijf dat de titelstrijd een tweestrijd tussen het Mercedes-duo wordt. Eentje zoals ze die zo vaak hebben uitgevochten in hun jongere jaren, toen alles een wedstrijd was: pizza eten, worstelen, op een éénwieler rijden en natuurlijk het karten zelf. “Lewis en Nico wilden elkaar altijd verslaan. In alles”, vertelt collega-coureur en voormalig kartivaal Robert Kubica de BBC, “maar ze ruzieden nooit: na afloop konden ze er altijd om lachen.”

Agressie en achterdocht

Met de titel op het spel, willen Hamilton en Rosberg allebei een streep in het zand trekken. Hun battle in Bahrein gaat er echter zo hard aan toe, dat de spanning ook na afloop nog in parc fermé in de lucht hangt. “Misschien dacht Lewis wel dat ik hem wilde slaan”, lacht Rosberg er jaren later in een YouTube-video om. “Hij deed namelijk wel een paar agressieve moves.” In de race is Rosberg het lachen ook al wel vergaan. “Zeg hem dat dat niet door de beugel kan!”, foetert hij over de boordradio als hij na een slechte start in de tegenaanval moet en in rondje achttien binnendoor bij Hamilton duikt, met de Brit die in zijn ogen te agressief terug voorlangs snijdt.

Achter het stuur slaat ook de achterdocht toe, met Rosberg en Hamilton die hun engineers te pas en onpas vragen wie welke engine mode gebruikt voor meer vermogen. Zelfs het kleinste voordeel telt, maar de rest van de race blijft een herhaling van zetten en inhaalacties. Rosberg: “Ik dacht volgens mij wel negen keer: ‘nu heb ik hem’. Maar Lewis slaagde er telkens in me terug te pakken.” Met Hamilton op kop staat de uitslag namelijk zo goed als vast. Net als zo vaak in hun kartjaren, is de Brit nét wat beter. Hamilton: “Ik herinner me onze eerste kartwedstrijd nog: Nico reed de hele race op kop, maar in de laatste ronde haalde ik hem in en won. Het speelde vandaag wel even door mijn hoofd dat hij hetzelfde zou doen.” Maar waar dat Hamilton veelal lukte, lukt het Rosberg niet.

Voorbode

Het is een voorbode voor de rest van 2014 én 2015, waarin de Brit kampioen wordt. In 2016 slaagt Rosberg erin terug te slaan en de titel te pakken, om vervolgens gelijk met pensioen te gaan. Vriendelijk gaat het er dan al lang niet meer aan toe, met de tweestrijd die na de voorstelling in Bahrein veel venijniger wordt, tot enkele letterlijke en figuurlijke botsingen aan toe. In Bahrein 2014 verwoordt Rosberg wat daar al sinds zijn kartjaren aan ten grondslag ligt. “Ik heb er een hekel aan tweede te worden achter Lewis”, spreekt hij woorden die andersom natuurlijk net zo waar zijn, “ook al was dit één van de spannendste races uit mijn carrière.

Dit verhaal heeft vorig jaar in FORMULE 1 Magazine, nr. 02 gestaan.