Men neme een glooiend circuit gelegen in het hart van de Italiaanse sportwagenindustrie, een broeiende rivaliteit tussen twee uitzonderlijke coureurs, een opgeleefd Ferrari-enthousiasme met daarover een sausje van een sprintrace-weekend en pronto: het juiste recept voor een klassiek Italiaans autosportgerecht.

De taferelen op Monza na wéér een Ferrari-overwinning van Michael Schumacher of Charles Leclerc zijn emotionele winst in 2019 staan bij iedereen in het geheugen gegrift. De hogesnelheidsbaan met misschien wel het mooiste podium wordt gezien als hét Ferrari-bastion van Italië. Maar het heeft voor het eerst sinds 2006 weer gezelschap. Op minder dan een uurtje rijden van Maranello wordt de Grand Prix van Emilia-Romagna verreden op het legendarische circuit van Imola.

Lees ook: Weerbericht GP Emilia-Romagna: Imola houdt het niet droog

Rode zee
Aanvankelijk vernoemd naar de jong overleden Ferrari-telg Dino, in 1989 werd daar vader Enzo aan toegevoegd: het Autodromo Internazionale Enzo e Dino Ferrari. Van 1981 tot 2006 was het circuit al vaak het toneel van een rode zee. Toen het in 2020 en 2021 zijn rentree maakte als invaller op de kalender moesten de fans in verband met coronaregels gedwongen wegblijven. Maar nu is dat anders en Imola heeft ook wat te vieren. Eerder dit jaar werd bekend dat er een verbintenis tot 2025 is getekend met Liberty Media en zo heeft het roemruchte circuit zich uiteindelijk na twee ‘corona-edities’ definitief op de kalender weten te wurmen.

Het moet F1-baas Stefano Domenicali goed hebben gedaan, hij is kind van Imola en was ooit letterlijk de boodschapper van het nieuws in het perscentrum van het circuit. Hij deelde er de persberichten uit aan het journaille. En vooruitkijkend naar de GP wreef Domenicali zich al in de handen. “Ik weet zeker dat de competitieve Ferrari een impact zal hebben op de kaartverkoop. Ik verwacht een menigte in Imola, net zoals vroeger. Het is een iconische baan die een belangrijk onderdeel vormt van de F1-historie.”

Foto: Motorsport Images

Het vooruitzicht van een nieuwe showdown tussen Charles Leclerc en Max Verstappen op de roemruchte baan is er één om op te verheugen. Het circuit was in het verleden natuurlijk al zo vaak het toneel van historische gevechten, denk aan de hoogoplopende ruzie tussen Ferrari-coureurs Gilles Villeneuve en Didier Peroni in 1982. Villeneuve dacht dat de pitmuur na een bloedstollend gevecht de order had gegeven om niet meer verder te vechten, maar zag Pironi in de laatste ronde voorbijgaan. “Ik zal nooit meer met Pironi spreken”, brieste hij. Twee weken later verongelukte Villeneuve.

Lees ook: Imola belooft Ferrari-feest: ‘Ouderwetse show bij Rivazza en Tosa’

Hoogspanning
Of in 1990 toen de relatie tussen Ayrton Senna en Alain Prost al onder hoogspanning stond en uiteindelijk ontspoorde, nadat het pact van Tosa volgens Prost werd doorbroken door Senna. Sindsdien kwam het niet meer goed tussen de twee tot de verzoening in 1994, vlak voor Senna’s dood op Imola. Michael Schumacher en Fernando Alonso vochten er in 2005 en 2006 twee legendarische duels uit met een gelijkspel als einduitslag. En vergeet niet het moment in bocht 1 van de regenachtige race vorig jaar, Max Verstappen liet daar de Red Bull staan en dwong Lewis Hamilton de kerbs op. Het bleek het eerste van meerdere clashes onderling dat seizoen. Het is de wet van Imola: rivalen komen elkaar vaak tegen.

Het wordt het eerste van twee Italiaanse feesten dit jaar, belooft de organisatie dat verder nog niet veel loslaat over het programma. Zeker is wel dat de onvermijdelijke Frecce Tricolori, het aerobatische trainingssquadron van de Italiaanse luchtmacht, zijn opwachting zal maken om het volkslied Fratelli kracht bij de zetten. Want er is de Italianen veel aan gelegen om het evenement te laten slagen, het liefst in de vorm van een overwinning voor de Scuderia. “Gerechtigheid”, zo typeert de invloedrijke journalist Leo Turrini de terugkeer van Imola. “En nu moet die terugkeer kracht bijgezet worden met prestaties. Mattia Binotto moét deze datum met rood hebben gemarkeerd.”

Foto: Motosport Images