Nog één allerlaatste keer Fernando Alonso, over 11 dagen rijdt de uitgesproken Spanjaard zijn laatste F1-race. Als piepjonge Minardi-coureur maakte hij in 2001 (samen met ene Kimi Räikkönen) zijn debuut in de koningsklasse. Alonso veroverde uiteindelijk twee titels al hadden dat er net zo goed vijf kunnen zijn. En het is doodzonde dat hij stopt. 

Alonso wordt nog altijd bewonderd om zijn rauwe talent, kenners blijven hem beschouwen als één van de meest complete coureurs van dit moment en misschien wel aller tijden. Vooral zijn racepace wordt geroemd. Als het aankomt op het ronde na ronde neerzetten van strakke tijden, kent Alonso maar weinig gelijken. En vraagt een engineer om een tiende langzamer of een halve seconde sneller, Alonso voelt perfect aan wat er nodig is om daar aan te voldoen.

Alonso wist in in 2005 een einde te maken aan de heerschappij van Michael Schumacher. Foto: Sutton Images

Titels en bijna-titels
Zijn titels in 2005 en 2006 bij Renault zijn iconisch, de gevechten met de absolute Meister van de F1 Michael Schumacher legendarisch. En dan zijn er natuurlijk de drie bijna kampioenschappen. Hoe anders zou zijn legacy zijn met een enkel punt meer hier en wat meer geluk daar. Een punt kwam hij tekort in zijn eerste McLaren-jaar in 2007, een jaar waarin hij vooral overhoop lag met zijn debuterende teamgenoot Lewis Hamilton. Een kans op wraak kwam er niet, hij vertrok omdat de sfeer in het team (mede door hemzelf) door en door verrot was.

Dan die bijna-titel in 2010, zijn debuutjaar voor Ferrari. Er was de voorsprong in punten voorafgaand aan de seizoensfinale in Abu Dhabi, er was de derde startplek. Een tactische blunder van het team zorgt er echter voor dat Vettel zijn eerste titel mag vieren. Het zijn de eerste haarscheurtjes in de relatie Alonso-Ferrari. Twee jaar later in 2012 is Alonso opnieuw heel dicht bij de titel, had hij de race in Brazilië gewonnen dan was zijn derde titel een feit geweest. Hij wordt tweede.

Ook de relatie bij Ferrari loopt op een stormachtige manier op de klippen, opnieuw slechte pr voor zichzelf. Alonso is geniaal, hij geeft 1000% maar dat maakt ook een moeilijke man van hem om mee te werken. Een reputatie die hij alleen maar bevestigt bij zijn terugkeer bij McLaren.  Ron Dennis dacht misschien een oudere en wijzere Alonso te hebben aangetrokken.

‘Overal chaos’
Maar zijn anti-Honda rants op de teamradio worden cult, Alonso wordt cult. Zijn reputatie is er ook mede debet aan dat hij na 2018 geen stoeltje meer kan vinden. “Ik heb heel veel respect voor hem, hij is een fantastische coureur”, zei bijvoorbeeld Red Bull-baas Christian Horner. “Maar ik zie Alonso bij ons niet gebeuren. Op de één of andere manier veroorzaakt hij overal waar hij rijdt een soort van chaos.” Alonso is woest over de uitspraken en claimt zelfs aanbiedingen te hebben gehad van Horner maar het leed is geleden. Het is de opmaat naar het vertrek van Alonso uit de Formule 1.

Ooit gezworen vijanden, maar het onderling respect is inmiddels enorm. Foto: Sutton Images

Maar daarmee hebben we wel een andere Alonso gezien. Zijn kritiek op het eigen materiaal is minder venijnig, bijna berustend. Een mooi moment volgt in Austin als de Spanjaard lovende woorden heeft voor aanstaand kampioen Lewis Hamilton. “Als er iemand is van onze generatie die Juan Manuel Fangio moet evenaren, dan is hij het. Ik ben blij dat Lewis het is, hij heeft laten zien het talent en de toewijding te hebben.”

Sinds de aankondiging dat hij de Formule (voorlopig) verlaat, is hij relaxter dan ooit. Ondanks dat McLaren in geen velden of wegen te bekennen is, ook niet met de sterkere geachte Renault-motor. De jaren van frustratie, ergernis, woede en pijn liggen over twee weken achter hem. Nog één race en dan valt het doek voor de Spaanse matador. Nog één keer een radioboodschap met die prachtige rollende Spaanse R, ‘That was a rrrreally good rrrrrace’. De kans op die uitspraak is niet zo heel groot. “Ït was grrrrreat pleasurrrre to worrrrk with McLarrrren” dan. Laten we nog één keerrr genieten.