Nee, Lance Stroll is niet de nieuwe Ayrton Senna of Michael Schumacher. Hij is zeker niet zo getalenteerd als Max Verstappen. Of zelfs Esteban Ocon. Maar dat hij in de Formule 1 zit, is geen schande en in zekere zin zelfs goed voor de sport.

De naam Force India bestaat niet meer, maar het team nog wel. En dat is grotendeels te danken aan Lawrence Stroll, de vader van Lance. Met een groep zakenpartners nam hij de kwakkelende renstal over van de Indiase eigenaren Subrata Roy en Vijay Mallya, die in eigen land in juridische en financiële geschillen verwikkeld zijn (deze week werd bekend dat Mallya door Engeland aan India uitgeleverd mag worden). Zij hebben altijd volgehouden dat hun F1-team hier buiten stond en wilden de boel eigenlijk liever niet verkopen, maar konden het afgelopen zomer niet langer tegenhouden.

Hoe het allemaal precies in zijn werk is gegaan, horen we misschien nog wel eens van Michiel Mol, maar de nood was duidelijk hoog. Er waren betalingsachterstanden, de ontwikkeling van de auto lag stil en dus kwam het voortbestaan van het team in gevaar. De overname zorgde er direct al voor dat Force India een stuk competitiever kon zijn in de tweede seizoenshelft en geeft het team meer perspectief voor de toekomst.

Het is spijtig dat een talentvolle coureurs als Ocon het kind van de rekening is, maar als het team ten onder was gegaan, was dat ook het geval geweest. Er was geen keuze. Dat Lance Stroll naast Sergio Pérez terecht zou komen, was een gegeven. Ook al liet de officiële bevestiging lang op zich wachten. Misschien wachtte het team op een rustige periode omdat het geen zin had in een vloedgolf aan negatieve reacties.

Geld boven talent wordt over het algemeen namelijk niet positief ontvangen. In het miljoenencircus dat de Formule 1 is, is het echter onvermijdelijk. En ook al heeft Stroll zijn F1-stoeltje aan zijn vader te danken, kan hij echt wel een beetje sturen. Een Formule 3-titel en een podiumplaats in een Grand Prix haal je niet zomaar, zelfs niet met bakken geld. Als hij er echt niets van kon, zou zijn vader ook niet blijven investeren. Lawrence Stroll is namelijk ook een gewiekste zakenman en doet het niet alleen uit liefdadigheid.

Dat maakt Stroll nog niet de messias van de Formule 1. Maar dankzij rijkeluiszoontjes en andere welgestelde avonturiers kunnen teams blijven bestaan. En dat biedt weer kansen voor echte talenten. En voor de fans, want de schermutselingen in de middenmoot en achterhoede zijn vaak ook vermakelijk om naar te kijken. En het stelt de topcoureurs in staat om te laten zien hoe goed ze echt zijn. Zonder slechteriken heb je immers ook geen helden.