Juist in 2021 had Liberty Media voor de zo nodige regelrevolutie in de Formule 1 kunnen zorgen, maar de Amerikaanse rechtenhouder van de sport is na drie jaar in het Formule 1-moeras verzand in polderen. Wat een succesvolle machtswissel had kunnen zijn, is uitgelopen op een failed state.

Het had het eind van een Amerikaanse comedy kunnen zijn, toen Liberty Media in september 2016 aankondigde de Formule 1 te kopen. Het script schreef zich althans vanzelf: de markante, kleine dictator Bernie Eccelstone had de sport jaren geregeerd met een verdeel-en-heers-strategie, handjeklapdeals, miljoenencontracten met (andere) foute regimes en de nodige zelfverrijking. Al was de sport met een omzet zo groot als het bnp van Zimbabwe wel als een derdewereldland in de vorige eeuw blijven steken.

Maar – gelukkig? – daar waren de Amerikanen van het zo toepasselijk genaamde Liberty, die behalve voor bevrijding ook voor modernisering zouden zorgen. Want zoals Amerikanen zo vaak plachten te doen  kwamen ze ook even democratie brengen. Niet dat er daarvoor geen democratie was in de Formule 1, op z’n minst in naam, maar Ecclestone wist de partijen steevast zo tegen elkaar uit te spelen dat van coalitievorming amper sprake was.

Cosmetische veranderingen
De grootste veranderingen die Liberty heeft doorgevoerd, zijn echter van betrekking op het tweede deel van hun merknaam: Media. Er kwamen nieuwe graphics, er is extra poespas om de races heen, de teams hebben meer speelruimte op social media en de Formule 1 sprong de 21e eeuw in met een succesvolle Netflix-show en een (stuk minder succesvolle) eigen streamingdienst.

Het enige wat echt aan de sport zelf veranderde qua reglementen, was echter de komst van de nieuwe voorvleugels dit jaar. En er komen met Zandvoort en Vietnam twee races bij (en in de toekomst waarschijnlijk meer) maar verder zijn de veranderingen grotendeels cosmetisch gebleven.

In de kiem gesmoord
Van de grootse plannen waar Liberty Media op aanstuurde, was het idee van een nieuwe motorformule het eerste dat sneuvelde. Het moest allemaal goedkoper en spectaculairder, met meer herrie, maar de fabrikanten spanden hun spieren aan en sindsdien is dat soort praat verstomd.

Van de budget cap waar zoveel hoop op werd gevestigd om het spelletje spannender te maken, komt een flink verwaterde versie. En juist door alle uitzonderingen erop (coureurssalarissen, motorkosten, etc.) onderstreept Liberty dat de Formule 1 een tweeklassen-kampioenschap is: arm en rijk. En ja, de auto’s gaan veranderen vanaf 2021, maar of dat veel uitmaakt als het ene team er alsnog 100+ miljoen meer aan uit kan geven dan het andere…

Lees ook: ‘Budget cap komt op 155 miljoen per jaar te liggen’

De grote regelrevolutie is zo vakkundig in de kiem gesmoord. Natuurlijk, achteraf is het makkelijk praten en vroeger was heus niet alles beter. Ook in Bernie’s laatste jaren was zijn wil niet langer wet. Een onvermijdelijke uitkomst van zijn ‘verdelen-en-heersen’ was immer dat de autofabrikanten en topteams steeds wat meer macht hadden gekregen, en laat zeker machtigste twee (Mercedes en Ferrari) nou net hetzelfde doel voor ogen hebben gehad…
(tekst loopt door onder de foto)

Gemiste kans
Liberty Media had die impasse op twee momenten kunnen doorbreken. In het prille begin, door in te stappen met het zo Amerikaanse shock and awe: ‘Dit is onze sport, zo gaan we het doen. Bevalt dat niet, dan is daar de deur’. Maar nee, een van de eerste dingen die Formule 1-topman Chase Carey riep toen hij werd aangesteld? “De Formule 1 moet geen dictatuur zijn.”

Deels was die aanpak logisch, zelfs verstandig. Deels vermoedelijk een gevolg van het feit dat ‘Die Amerikanen’, zoals een Britse collega destijds treffend omschreef, ‘geen idee hebben wat ze nou eigenlijk hebben gekocht’. Het eerste jaar en een beetje heeft Liberty ook vooral gebruikt om dat te leren.

Flevoland-akkoord
De tijd begon zo te dringen en nu is ook Liberty’s tweede kans voor een revolutie verkeken, namelijk met de 2021-regels. Die vallen samen met het aflopen van de commerciële overeenkomsten tussen de teams en sport, eind 2020. Op papier dé uitgelezen kans om vanaf nul te beginnen en alsnog tegen de teams te zeggen: ‘als je de regels niets vindt, hoef je niet meer mee te doen’. In plaats daarvan, polderde Liberty zich op zo’n Nederlandse manier na een kleurloos compromis dat het nieuwe Concorde-verdrag net zo goed het Flevoland-akkoord genoemd kan worden.

Een gemiste kans, voor Liberty én de Formule 1. Het hele proces roept zelfs binnen de sport tegenwoordig zoveel onvrede op dat Christian Horner zich al liet ontvallen dat het wel wat minder democratisch mag. Claire Williams riep zelfs openlijk op de democratie (binnen de sport, niet in het algemeen) af te schaffen. Maar ja, zie al die teams daar maar eens vóór te laten stemmen…

Lees ook: ‘Kortere raceweekends, meer GPs op de kalender: F1 wil per 2021 een nieuwe weekendopzet’