Grootspraak of de volgende visionair? Entrepreneur Alejandro Agag, bedenker en baas van de Formule E, is ervan overtuigd dat zijn elektrische raceserie in de toekomst hét gezicht van de autosport zal zijn. En hij is niet de enige.

Formule E-topman Agag (links). Foto: Formula E Media.

Agag, in de GP2 namens zijn renstal Addax ooit teambaas van Giedo van der Garde, is doorgaans geen man van gespierde taal. Eerder behoedzaam, zoals het een zakenman betaamt. Maar bij de presentatie van technologiebedrijf ABB als titelsponsor van de Formule E (€100 miljoen tot 2025!) verklapte hij deze week voor zijn doen heel brutaal dat zijn geesteskind de Formule 1 op termijn zal aflossen als populairste en toonaangevende raceserie. Want de autowereld is volgens hem over 20, 30 jaar volledig elektrisch. “En Formule E zal dan het belangrijkste kampioenschap zijn.”

Het zou zomaar kunnen dat Formule 1 in de huidige vorm de 100 niet haalt.

Ik ken veel collega’s die sceptisch zijn over de overlevingskansen van de elektrische serie (‘niets aan, te steriel en geen lawaai’) en geloven dat de Formule 1 zijn leidende marktpositie nooit zal verliezen. Zeker niet nu commercieel rechtenhouder Liberty Media op verzoek van de fans aandringt op meer vermogen, spektakel en krijsende motoren. Begrijpelijk, want zo wordt het onderscheid met de ‘stille’ elektrische rivaal van de toekomst alleen maar benadrukt. Racen moet toch hoor- en voelbaar zijn?

Nog wel. Maar tijden veranderen, om maar eens een cliché tevoorschijn te toveren. Elon Musk plant vanuit Amerika met in zijn kielzog veel fabrikanten een elektrische revolutie, energiebronnen drogen op en de mensheid wordt zich er steeds meer van bewust dat de aarde door de huidige levensstijl uitgeput raakt. De eerstvolgende generaties zullen opgroeien op met milieuvriendelijke(re) voertuigen, voor hen zal Formule E waarschijnlijk heel natuurlijk aanvoelen en zijn stinkende, diesel- en benzineauto’s fossielen uit vervlogen tijden.

Grote steden verwelkomen de Formule E graag. Zo ook New York, waar in Brooklyn werd geracet. Foto: Mahindra.

Agag heeft met zijn serie (die steeds meer prominente autofabrikanten aan zich bindt) ten opzichte van Formule 1 natuurlijk ook één grote troef in zijn handen. Veel metropolen heten Formule E in hun stadscentrum van harte welkom, omdat de lucht door de auto’s niet (nog meer) wordt vervuild en een raceweekeinde overzichtelijk (twee dagen) is. Groen blijft anno 2018 de hipste kleur, ook bij de internationale autosportfederatie. De FIA gelooft heilig in de Formule E en heeft in president Jean Todt een warm pleitbezorger.

Anderhalf jaar geleden bezocht ik in Berlijn voor het eerst een race in de Formule E. Het viel me eerlijk gezegd best mee. Genoeg spektakel op de baan, niet te lange races en volop interactie met het publiek. Als de huidige elektrische trend zich doorzet, en wie twijfelt daar nog aan, dan krijgen Agag en ook Virgins topman Sir Richard Branson – niet de minste ziener – gelijk: de toekomst van het moderne racen behoort vanaf pakweg 2040 toe aan Formule E.

Wen er alvast maar aan.

Grote foto: DS Virgin Racing.