“Ik denk dat Eau Rouge en Blanchimont zelfs met DRS open zouden kunnen.” Daniel Ricciardo zei het haast tussen neus en lippen door, afgelopen weekend op het zo roemruchte Spa, dat tegenwoordig getemd lijkt. Niet door veranderingen aan het circuit, maar door de auto’s: want zijn die niet gewoon te snel geworden, met te veel downforce, en te ‘makkelijk’ te besturen?

Natuurlijk, makkelijk is relatief, maar afgelopen weekend op Spa moest ik er toch even aan denken. Van oudsher is Spa een circuit waar, zoals vroeger gezegd werd, de mannen van de jongens worden gescheiden. Waarvoor je (mag deze term nog in het huidige tijdperk?) ballen moet hebben, omdat fouten er worden afgestraft.

Maar technische rijdersfouten – puur zelfstandig gemaakte fouten door het niet onder controle hebben van de auto onder goeddeels ‘normale omstandigheden’ – hebben we afgelopen weekend nauwelijks gezien.

Bottas ging in de kwalificatie in de rondte en had Pérez een bijna-crash in Eau Rouge/Raidillon, maar dat was allebei in de regen, op slicks. Dan is het moeilijk rijden, ja. En Bottas zorgde in VT3 voor een crash van Vandoorne, maar dat was onoplettendheid.

De spectaculaire startcrash was het gevolg van een fout van Hülkenberg.

Verder spinde Gasly bij het uitrijden van de pits (overenthousiasme op koude banden) en zorgde Hülkenberg door veel te laat te remmen bij de start voor chaos en één van de weinige spectaculaire momenten in de race. Dat was dommigheid.

De enige echte spin zonder excuses (behalve meer willen dan je talent aankan) was van Hartley bij La Source in Q2. Misschien dat meer coureurs een wieltje verkeerd hebben gezet, maar ik heb het niet gezien. En het bleef in elk geval zonder consequenties.

Voor al het gemopper over gebrek aan spanning, inhaalacties of schreeuwende motoren, wat andere discussies zijn, vind ik dat nou iets dat mis is aan de sport: dat de auto’s op de meeste circuits – er zijn zeldzame uitzonderingen – te makkelijk te besturen zijn.

En dat is ook de crux, want met de ‘nieuwe’ 2017-auto’s die door hun brede voor- en achtervleugels en bodies veel meer downforce hebben, zijn steeds meer bochten ‘rechte stukken’ geworden: makkelijk vol gas. Hoor maar eens hoe vaak Max Verstappen zich daarover beklaagt, ook als het gaat om klassiekers als Silverstone of Suzuka, waar ooit stoere, snelle bochten verloren zijn gegaan.

Van deze BAR is weinig over na Villeneuve’s crash. We kunnen het niet delen, maar op YouTube staat er een mooi filmpje van.

Ik moest eraan denken toen ik Jacques Villeneuve door de paddock zag lopen en herinnerde hoe hij in 1998 een Williams kort reed in Eau Rouge/Raidillon en het een jaar later dunnetjes overdeed omdat hij met BAR-teamgenoot Ricardo Zonta had afgesproken dat ze de bocht allebei vol zouden nemen.

Prima te doen, volgens Jacques. Het tegendeel bleek waar: Villeneuve kletterde snoeihard de bandenstapel in en stuiterde zelfs terug met een koprol. Zonta, duidelijk een man van zijn woord, maakte enkele minuten later doodleuk een nog grotere klapper.

Natuurlijk zit niemand op ongelukken of gewonden te wachten, maar met de auto’s van de jaren negentig had je veel meer het gevoel dat coureurs op het randje reden, op de grens van grip. Ze waren twitchy, verraderlijk. Bochten als Eau Rouge of Suzuka’s 130R waren echt aftasten, vereisten méér stuurmanskunst. Dat zorgde voor spanning, fouten, uitvallers en maakte de coureurs menselijker.

Hedendaagse Formule 1-auto’s lijken vooral moeilijk te besturen door alle procedures die al rijdend moeten worden uitgevoerd. Ook knap, maar ik zie een coureur liever worstelen met zijn stuur dan multitaskend met minimale input ‘op rails’ door Blanchimont gaan.

Een goed voorbeeld van hoe het anders kan, vind je in de Indycar Series. Daar hebben ze een nieuwe auto geïntroduceerd met minder downforce, minder luchtweerstand én nog altijd zonder stuurbekrachtiging. Lastiger te besturen, en je ziet geregeld fouten. En zelfs als alles goed gaat, ziet het er (ook door de visor cam) spectaculair uit:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Voor 2019 zet de Formule 1 ook in op minder downforce met simpelere voorvleugels. Hopelijk is dat een eerste stap – en is de sport niet bang verder te gaan. Zoals met het afschaffen van stuurbekrachtiging.

Het aerodynamisch reglement is sowieso één van de weinige gebieden waarop met wat goede wil nog (snel) veranderingen door te drukken zijn, want van de motorregels hoeven we het niet te hebben.

Het zou mooi zijn, coureurs weer méér te zien werken. Ook voor de coureurs zelf. Ricciardo gaf ook toe dat Eau Rouge en Blanchimont ‘makkelijk vol gas’ eigenlijk helemaal niet zo spannend zijn. Nee, Pouhon, de snelle dubbele linker, die is nu uitdagender: “Want daarin moet je nét een beetje liften, wat het eigenlijk veel cooler maakt.”

Alleen daarom zou je al lastiger te besturen auto’s willen: zodat de bocht der bochten weer écht een bocht wordt.

Foto’s: Sutton Images.