Jenson Button bedankt het liefst voor de eer, BMW en HP vertrekken sowieso, bandenleverancier Michelin wordt ingeruild voor het dit jaar kwakkelende Bridgestone en voor het eerst sinds 1988 (Judd 3,5 liter V8) én 1998/’99 (Mécachrome/Supertec 3 liter V10) moet Williams het met een klantenmotor stellen. Kortom, wat is er anno 2005 met de renstal van Sir Frank Williams aan de hand?


Negen constructeurstitels en zeven rijderstitels prijken er na meer dan vijfhonderd Grand Prix’ op de palmares van de Williams-renstal. Maar de wolken boven het team zijn nog nooit zo donker geweest als vandaag de dag. Niet alleen vertrekt BMW als motorleverancier en verliest het team Hewlett Packard als grote sponsor, ook van het Duitse Allianz lijkt het aanblijven lang niet zeker. Al enige tijd gaan er hardnekkige geruchten dat de sponsor volgend seizoen op de BMW-bolide te zien zal zijn.

En wie er misschien wel in die auto zit is Nick Heidfeld. Williams heeft dan wel een optie op de verrassend goed presterende Duitser, maar die zou enkel en alleen gelicht worden om ’Quick Nick’ te kunnen verkopen aan BMW in 2006. En Williams heeft het geld hard nodig, want wie gaat de leegte van BMW, HP en mogelijk Allianz opvullen? Er gaan geruchten dat chipfabrikant Intel wel oren heeft naar een overeenkomst met een Formule 1-team, maar niet alleen de naam van Williams wordt genoemd. Ook Toyota en BAR zouden tot de kanshebbers behoren. Budweiser zou daarentegen wel aan willen blijven als geldschieter.

Niet alleen Nick Heidfeld wordt verkocht, ook wordt het steeds onwaarschijnlijker dat Jenson Button zijn droom om wereldkampioen te worden bij het team komt verwezenlijken. Hij blijft toch liever bij BAR en dat is niet zonder reden. Naar alle waarschijnlijkheid ziet het hele plaatje dat BAR in 2006 te bieden heeft er een stuk glansrijker uit dan bij Frank Williams en de zijnen.

Natuurlijk draait de Cosworth V8-motor al achttien maanden op de testbank en heeft het bedrijf jarenlange ervaring als het op acht cilinders aankomt, maar BAR waar de invloed van Honda diepgeworteld is heeft een fabriekscontract. Als klap op de vuurpijl kiest Rubens Barrichello voor BAR vanwege de Honda V8, die volgens ingewijden de beste krachtbron van het veld zal zijn volgend seizoen.

’Jense’ spreekt inmiddels van constructieve gesprekken als het over zijn toekomst gaat. Williams zou bereid zijn van zijn diensten af te zien, mits daar een redelijke vergoeding (de schattingen lopen over het precieze bedrag uiteen, ook Honda-motoren voor 2007 worden als alternatief genoemd) tegenover staat. Niet alleen voor Williams, ook voor Button begint de tijd te tikken. Na meer dan honderd Grand Prix’ is het nog altijd wachten op de eerste zege. Als hij volgend jaar genoodzaakt is te vertrekken naar Williams, gaat die eerste zege er dan überhaupt nog wel komen, laat staan een wereldtitel?

Komt weer dat verhaal van de sponsors om de hoek kijken, die zijn er voorlopig niet en dus probeert Williams het onderste uit de kan te halen in de onderhandelingen met Button/BAR. Hoe meer geld, hoe meer er in de auto geïnvesteerd kan worden. En dus is het team bereid de gedroomde, niet geheel ontoevallig Britse coureur, die inmiddels niets liever wil dan bij zijn huidige werkgever blijven, te laten lopen. Ondanks de afspraken met de sponsoren, die tot het begin van Button-gate II gepaaid konden worden met een all England-team.

Daarom volgt Antonio Pizzonia de nieuwe soap op de voet. De Braziliaan werd de afgelopen winter na een shoot-out met Nick Heidfeld gepasseerd. De Duitser werd benoemd tot tweede Williams-coureur. Tot grote onvrede van Petrobras, het Braziliaanse bedrijf dat al tijden achter ’Jungle Boy’ staat. Daarom zou hij wel eens de grote winnaar van het steekspel rond het team kunnen zijn. Als Williams in de vorm van Petrobras nog een sponsor (tevreden) wil (be)houden, dan kan het na de winter van 2004/’05 haast niet anders meer dan Pizzonia in die auto zetten. Mag de Braziliaan misschien eindelijk racen, maar wordt hij in staat gesteld het tegen de toppers op te nemen?

Uiteraard zijn de wonderen de Formule 1-wereld nog niet uit. Maar dat er in 2006 een Williams-coureur in de voetsporen van Jacques Villeneuve treedt is nagenoeg nihil. In 2003 loopt Juan Pablo Montoya de wereldtitel mis in Indianapolis en daarna is het eigenlijk niet meer goed gekomen. Die verrassende zege van Montoya in Brazilië 2004 ten spijt. En de vooruitzichten zijn nou niet bepaald rooskleurig.

Een goede auto bouwen is één (en daarvoor mag er niets misgaan in de windtunnel zoals de afgelopen winter is gebeurd, ook hoofdontwerper Gavin Fisher is inmiddels ’geslachtofferd’), om competitief te blijven moet er getest worden. Op de nieuwe Bridgestone-banden, die de renstal gaat gebruiken. En ook die kunnen nog wel wat verbetering gebruiken, zo blijkt al het hele seizoen. Maar zijn er nog wel middelen om uitgebreid te testen? Niet zolang er geen nieuwe sponsoren binnen worden gesleept. En dat heeft een kettingreactie tot gevolg, want zodoende kunnen goede resultaten op de zondagmiddag vergeten worden…

De vergelijking met de afbrokkeling van Lotus jarenlang hét topteam in de Formule 1 en de renstal die garant stond voor de nieuwste technologische ontwikkelingen ­ doemt op. Eerst de coureurs weg, daarna de motordeal kwijtraken en vervolgens de sponsors die in 1994 voor de genadeklap zorgen door ook te vertrekken. Het is te hopen dat het niet zover komt en dat Williams in 2006 met wie dan ook achter het stuur van de tweede bolide als teamgenoot van Mark Webber alle criticasters de mond weet te snoeren en weer vooraan het veld te vinden is. Daar waar het in het verleden zo vaak gestreden heeft en ook gewoon thuishoort.

KVN