Tijdens de Grote Prijs van Duitsland in 2005 is het eindelijk zover. Minardi heeft met Christijan Albers en Robert Doornbos twee Nederlandse coureurs, de zogenaamde ‘Double Dutch’. Terwijl er volgens de buitenwereld niets aan de hand was, groeide de onderlinge frustratie tot de situatie escaleerde.

In de FORMULE 1-podcast Paddockpraat vertelt Christijan Albers uitgebreid en open over zijn autosportcarrière. In het eerste deel spreekt hij het over de weg naar de Formule 1, in deel 2 komt zijn periode in de koningsklasse aan bod. Albers doet uitgebreid zijn verhaal over de ‘Double Dutch-periode’, toen Minardi met hem en Robert Doornbos twee Nederlandse coureurs had.

“Ik vond, en ik vind nog steeds, dat ik pur sang sporter ben”, begint Christijan Albers zijn verhaal. “Een pur sang-sporter zorgt ervoor dat hij alles uit zijn materiaal haalt.” Een eigenschap die hij niet terugziet bij Robert Doornbos wanneer ze teamgenoten zijn. “Na een test of vrije training liep ik altijd rechtstreeks naar de motorhome om samen met de engineers de auto verder te ontwikkelen. Robert was nooit aanwezig, want hij vond het belangrijk met journalisten te praten.”

Lees ook: Flashback ’06: Hoe een online bericht de verhoudingen tussen Albers en Doornbos op scherp zette

Luister hier (via iTunes)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

In eerste instantie accepteert Albers het gedrag van zijn teamgenoot, tot hij er genoeg van krijgt. “Ik had de oude leerschool van Mercedes dat ik me moest gedragen en stil moest zijn. Maar op een gegeven moment was ik er gewoon klaar mee.” Albers vertelt hoe zijn afstelling vlak voor de kwalificatie gekopieerd werd naar de wagen van Doornbos. “Dat is gewoon niet eerlijk als je daar elke dag mee bezig bent. Dat de ander dan niet meedoet, dat was de frustratie.”

Dat hij het merendeel van het werk doet, zorgt voor irritatie bij Albers. “Dat werd ook beaamd door de hoofdengineers.” Een verhaal dat het management van Doornbos de kop probeert in te drukken, maar volgens Albers is het duidelijk. “Zij vonden dat we dat niet konden maken, maar het is gewoon de realiteit.”

(Tekst gaat verder onder de foto)

Doornsbos en Albers staan de pers te woord. © Motorsport Images

Superlicentie in de sneeuw
Volgens Albers werd de situatie niet correct weergegeven in de media. “Robert had natuurlijk al een heel jaar Formule 1 achter de rug. Hij had betaald om alle testen te mogen doen op vrijdag. Ik moest in de sneeuw rijden om mijn superlicentie te halen,” vergelijkt hij. “Als je dan gaat kijken naar kilometers, had hij meer gereden dan ik. En dat terwijl het verhaal was dat hij nog geen Formule 1 had gereden, maar dat was niet zo.”

Albers’ doel was om samen met zijn teamgenoot samen te werken om zo de baan nog een topteam vrij te maken. “Dat gaat niet als de een gefocust is om in de kranten te staan, je kan beiden niet combineren. Na vijf, zes races begon het me te irriteren. Toen heb ik dat in een stomme bui tegen een journalist gezegd en die heeft dat opgeschreven.”