Beitske Visser weet weer hoe racen voelt. De Nederlandse, die tijdens de ‘coronabreak’ de W Series esports-titel op haar naam schreef, maakte afgelopen weekend op Spa-Francorchamps haar debuut in de LMP2-klasse van de European Le Mans Series. Bij het Richard Mille Racing Team verving Visser Katherine Legge. FORMULE 1 sprak Visser over haar ELMS-debuut en haar plannen na de corona-pauze.

Afgelopen weekend heb je na lange tijd weer kunnen racen, hoe voelde dat?
Beitske Visser: “Ja, eindelijk! Het was veel te lang geleden, het voelde zeker goed om eindelijk weer te kunnen racen.”

Eerste keer racen en meteen een nieuwe ervaring in de vorm van de European Le Mans Series, hoe was dat?
“Het was niet makkelijk natuurlijk, want ik had nog nooit in zo’n LMP-auto gereden. Dus ik moest snel grote stappen zetten, maar ik vond het supergaaf en ik heb heel veel geleerd. Ik heb nog heel veel te gaan natuurlijk, maar voor mijn eerste weekend heb ik zeker goed werk geleverd.”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Lees ook: Tegenvaller voor Beitske Visser: W Series stelt tweede seizoen uit naar 2021

Je racete aan de zijde van Tatiana Caldéron, momenteel misschien wel een van de bekendste vrouwen in de autosport. Hoe verliep die samenwerking?
“Goed, we kenden elkaar natuurlijk al. We hadden nog nooit met of tegen elkaar geracet, maar we kennen elkaar al sinds de karting eigenlijk. Maar de samenwerking verliep zeker en vast goed.”

Tijdens de coronabreak heb je je net als veel coureurs bezig gehouden met simracen, je won zelfs de W Series Esports League, een simracecompetitie enkel voor vrouwen. Hoeveel geniet je van dat simracen?
“Ik vond het superleuk om te doen, op die manier hadden we gelukkig nog iets te doen tijdens de coronatijd (lacht). Maar op een gegeven moment krijg je wel het gevoel van ‘oh, ik wil wel weer echt racen. Gelukkig komt het simracen op dit moment best wel dicht bij het echte werk, qua techniek enzo. Maar het echte gevoel van snelheid en vechten op de baan, dat mis je wel ja.”

Je was redelijk dominant in die competitie, enig idee hoe dat komt?
“Ik heb geen idee. Ik ben volgens mij altijd wel goed op simulators geweest, ook bij BMW of toen ik formule-auto’s reed, net zoals vorig jaar bij de W Series, toen was ik ook altijd de snelste. Ik denk dat de meeste binnen de W Series had wel hadden zien aankomen, maar de reden? Geen idee (lacht).”

(Tekst loopt door onder foto)

© Motorsport Images

In juni raakte bekend dat de W Series door de onzekerheid in 2020 een jaartje overslaat. Hoe jammer vind je dat?
“Superjammer. Vorig jaar was natuurlijk een goed seizoen (Visser eindigde tweede achter kampioene Jamie Chadwick, red.), daar wou ik op voortborduren. Maar de omstandigheden zijn gewoon te lastig op dit moment. Ik begrijp het wel, maar het is zeker heel jammer. Het liefst had ik natuurlijk gewoon gereden. De W Series was mijn hoofdprogramma voor dit jaar, dus dan valt er wel veel weg. Gelukkig heb ik ook nog een contract met BMW, al weet ik nog niet exact wat ik daarmee ga rijden. Daarom ben ik ook zeker blij dat ik afgelopen weekend de kans in de ELMS heb gehad.”

Lees ook: W Series: Beitske Visser boekt eerste zege in Zolder

Vorig jaar sprak je de DTM en Formule E uit als doelen. Is dat onveranderd?
“Dat is zeker nog hetzelfde, Formule E is een hele gave klasse, DTM ook, alleen moeten we even afwachten wat er met de DTM gaat gebeuren in de toekomst. Maar nu ik in de LMP-auto heb gereden, vond ik dat eigenlijk ook wel heel erg gaaf. Zolang het vier wielen en een motor heeft ben ik blij, maar LMP2 zou ik ook vet vinden om te rijden.”

En als we in de toekomst kijken, wat brengt 2021 voor jou?
“Dat is nog lastig te zeggen. Ik heb nog geen idee, we weten ook niet wat er komende winter met corona gaat gebeuren, dus niemand heeft een idee hoe het er volgend jaar uit gaat zien. Het is afwachten, maar we gaan het wel zien.”

© Motorsport Images