In de vroege twintigste eeuw werden races dikwijls verreden in nationale kleuren. Voor Frankrijk was dat blauw, voor Engeland groen, voor Italië rood (Ferrari rijdt daar nog steeds in rond) en voor Duitsland wit. Zo ook voor Mercedes, maar dit verandert allemaal in 1934. Tijdens de Eifelrennen, op 3 juni 1934 op de Nürburgring, komt Mercedes ineens met de zilveren W25 aan de start. (Tekst gaat door onder de afbeelding) De legende gaat dat de W25 voor de start van de race de maximaal toegestane 750 kilo overschreed. Om toch te mogen starten moet in allerijl gewicht worden bespaard. Daartoe wordt de witte verf van de wagen afgeschraapt, waardoor het zilver van het metaal bloot komt te liggen. Omdat de wagen ook nog eens bloedsnel is en diezelfde dag de Eiffelrennen met recordsnelheid wint, ontstaat de naam ‘zilverpijl. 200e Grand Prix
De zilverpijlen van Mercedes rollen vervolgens het vooroorlogse Grand Prix-circus op, totdat de Tweede Wereldoorlog daar een abrupt einde aan maakt. Na de oorlog, in 1954, neemt Mercedes deel aan de nieuwe Formule 1, om een jaar later de zilverpijlen alweer terug te trekken. Na een lange afwezigheid keert het team in 2010 terug, om dit weekend, tijdens haar thuisrace, haar 200e Grand Prix in de Formule 1 te vieren. Het maakt van dit weekend een dubbelfeest voor de mannen uit Stuttgart. Lees ook: Geschiedenis Mercedes: Winnen zit in DNA Of de zilverpijl-legende waargebeurd is, of dat het om een legende gaat is onduidelijk. Gevraagd ernaar antwoordt huidige Mercedes-teambaas Toto Wolff dat hij het ook niet weet. “Het lijkt mij wel meer een romantisch verhaal.” Mercedes voedt de legende echter door – in het weekend waarin het 125 jaar geleden is dat een Mercedes-motor de allereerste autorace won en het team voor de 200e maal een Grand Prix start – niet met een volledig witte wagen rond te rijden. In plaats daarvan is de F1 W10 zilver, met witte accenten. Daardoor wordt de schijn gewekt dat het wit van de wagen is afgeschraapt en het zilver daaronder te voorschijn is gekomen. Net zoals in 1934.