Jenson Button staat zelf dan niet meer op de grid in 2017, maar denkt dat het een spannend seizoen kan worden, ook door de verwachte ontwikkelingswedloop.

Dat voorspelt de Engelsman – die komend seizoen een sabbatical neemt, maar misschien helemaal niet meer terugkeert – in gesprek met Autosport. “De reglementswijziging voor 2017 is ingrijpend en je zal tijdens het seizoen zien dat teams grote stappen zetten, wat precies is wat we willen zien.”

“De laatste jaren begon je het seizoen met een auto die goed was of niet, en zo was het dan het hele seizoen. In eerdere jaren kon je aan het begin van het jaar daarentegen misschien een mindere auto hebben, maar die vervolgens gedurende het seizoen flink doorontwikkelen”, stipt Button aan.

Als voorbeeld wijst Button naar de progressie van McLaren in 2009. Dat was begin 2009 nergens, maar won in de tweede seizoenshelft nog twee races en pakte nog drie verdere podiumplekken. Button zelf werd in 2009 overigens kampioen met Brawn, dat begin dat jaar dominant was, maar daarna terugzakte.

“Door alle regelrestricties zie je zo’n soort ontwikkeling tegenwoordig niet meer, maar volgend jaar zal er met de komst van de nieuwe regels weer een ontwikkelingswedloop zijn. Dat maakt het racen een stuk leuker”, verwacht Button, die dit weekend zijn (voorlopig?) laatste race rijdt.

Ontwikkelingsrace
Button rekent op een ontwikkelingsrace door de komst van de nieuwe aerodynamische regels voor 2017 en bredere Pirelli-banden. Deze veranderingen geven teams de kans met nieuwe concepten en vindingen te komen, waarop andere teams dan snel zullen moeten reageren als ze een slag gemist hebben.

In 2009 – het eerste jaar onder een nieuw en drastisch anders technisch reglement – kwamen teams als Brawn GP, Toyota en Williams met de dubbele diffusor op de proppen. Dat bleek hét concept te zijn, wat teams als McLaren, Ferrari en Red Bull toen snel moesten namaken.

Wat verder mee zal spelen in 2017, is dat de motorontwikkeling vrij is gegeven. Van 2014 tot en met dit jaar was dit aan tokens gebonden en daarmee gelimiteerd. Wel wordt de motorontwikkeling nog beperkt door het maximaal aantal te gebruiken motorcomponenten voor er gridstraffen worden uitgedeeld.