De organisatie achter het circuit in de duinen had de rijksoverheid om een jaarlijkse financiële bijdrage gevraagd. Aanvankelijk ging het om zeven miljoen euro, uiteindelijk om vijf miljoen, maar het kabinet is van mening dat de race ‘de inzet van belastingmiddelen niet rechtvaardigt’. Als redenen geeft Bruins dat er ’ten eerste sprake is van een commercieel sportevenement waarbij de rechten in handen zijn van een beursgenoteerd Amerikaans bedrijf’. Dit maakt steun van de rijksoverheid in zijn ogen ‘niet nodig, noch gerechtvaardigd’. Lees ook: ‘GP van Nederland heeft in Assen sporteconomisch betere kans op succes’ Wat de financiële kant van het verhaal betreft ziet hij verder genoeg mogelijkheden voor het bedrijfsleven om een sluitende investering te doen en voert hij een te verwachten hoge opbrengst door ticketverkoop aan. Volgens Bruins is Zandvoort ook al ‘met een aantal grote Nederlandse bedrijven’ in gesprek om de race te sponsoren. GP past niet in het plaatje
Bruins haalt verder aan dat een Grand Prix niet binnen het sportbeleid van het kabinet past. Tot slot zou het meebetalen aan de Grand Prix als jaarlijks terugkerend evenement niet aansluiten bij de kabinetsagenda om enkel ‘eenmalige toernooien en sportevenementen’ te subsidiëren. Interessant is hierbij dat Zandvoort volgens Bruins een principeakkoord voor drie jaar heeft met de Formule 1 om de racen van 2020 tot en met 2022 te houden. ‘Optimale facilitaire steun’
Waar Zandvoort geen financiële steun hoeft te verwachten, daar kan het volgens Bruins wel op alle mogelijke facilitaire steun rekenen omdat het ministerie de Grand Prix kort gezegd een ‘mooi initiatief’ vindt, inziet dat veel Nederlanders er plezier aan beleven en wel degelijk de economische waarde voor het bedrijfsleven ervan inziet. Kijk ook: Video: Een ronde over Zandvoort in de Red Bull RB14 Lees ook: Dagje mediagekte in Zandvoort: Veel optimisme, maar of dat allemaal terecht is?