In aanloop naar het nieuwe seizoen duikt FORMULE 1 in het verleden van de tien teams van 2019. In deze editie het verhaal van McLaren, het op één na oudste team dat nog actief is.

Het verleden van McLaren is terug te leiden naar de Nieuw-Zeelandse Bruce McLaren. Na een aantal succesvolle jaren als coureur bij Cooper, besluit hij in 1966 om een eigen team op te richten. Twee jaar lang is er weinig succes, maar in 1968 wint McLaren zijn eerste race. Bruce wint tevens eenmaal in zijn eigen auto, Denny Hulme wint tweemaal. Dat doen zij in een oranje wagen, waarmee de kleur zijn legendarische status krijgt voor McLaren.

Bruce McLaren in de M14A, Spanje 1970. McLaren behoort met Jack Brabham en Dan Gurney tot een select groepje dat in een eigen wagen een Grand Prix wist te winnen. © Sutton Images.

In 1969 overlijdt Bruce McLaren tijdens een Can-Am test. De prestaties worden minder en het team valt terug. Vanaf 1972 gaat het weer beter en in 1974 wordt Emerson Fittipaldi de eerste wereldkampioen namens McLaren, twee jaar later doet James Hunt het kunstje nog eens over. Het team pakt ondertussen ook een constructeurstitel.

Na deze periode zakt het team opnieuw weg. Begin jaren tachtig duikt de jonge Ron Dennis op. Hij fuseert zijn Formule 2 team, Project Four, met McLaren, waardoor de MP4-X aanduiding voor de McLaren-wagens ontstaat. Dennis weet Porsche te strikken als motorleverancier, haalt Alain Prost en later Ayrton Senna binnen en trekt Niki Lauda uit zijn pensioen. Wat volgt is het grootste succes van McLaren ooit.

Ayrton Senna en Alain Prost domineren in 1988. © Sutton Images.

Dominante jaren
Vanaf 1984 tot en met 1991, met uitzondering van 1987, wordt het kampioenschap telkens door een McLaren-coureur gewonnen. Lauda, Prost en Senna zijn de rijders die de titels binnenhalen. Bovendien wint het team in deze periode zeven constructeurstitels. Vooral in 1988 is McLaren dominant: het team wint maar liefst vijftien van de zestien races. Met de Honda-motor achterin en in de kleuren van Marlboro beleeft McLaren een indrukwekkend seizoen.

Met het vertrek van Honda in 1993 worden ook de resultaten minder. Vanaf 1995 wordt McLaren echter exclusieve partner van Mercedes. Het blijkt een vruchtbare samenwerking en wordt weer gewonnen. In 1998 en 1999 wint Mika Häkkinen de wereldtitel, McLaren is eenmaal het beste team en eindigt zes keer achter elkaar in de top 3.

Lewis Hamilton is de laatste coureur die kampioen werd met McLaren. © Sutton Images.

Na een korte periode zonder titels heeft Ron Dennis in 2007 een dreamteam samengesteld. Wereldkampioen Fernando Alonso komt over van Renault, met aanstormend talent Lewis Hamilton naast zich. Er ontstaat echter intense rivaliteit tussen de twee mannen en Alonso komt ook hard in botsing met Dennis. Alonso kiest eieren voor zijn geld en verlaat het team een jaar later alweer. Uitgerekend in 2008 weet Hamilton als laatste McLaren-coureur de titel binnen te slepen.

Daarna wint McLaren nog wel races, maar er worden geen titels meer behaald bij zowel de coureurs als de constructeurs. In 2013 wordt de laatste zege tot aan vandaag behaald: een droogte van ruim vijf jaar. Ook de hernieuwde samenwerking met Honda en de terugkeer van Alonso kan daar geen verandering in brengen. Kan slapende reus McLaren in 2019 eindelijk ontwaken?

Lees ook: Jaarrapport – McLaren: van kwaad tot erger

Fernando Alonso in de McLaren MCL33, Spanje 2018. © Sutton Images.