In het nieuwe nummer van FORMULE 1 kijken we met een panel van techniekexperts naar het technisch DNA van de Formule 1. DNA dat ‘de laatste jaren wel een beetje aan het verwateren is’, door alle regeltjes en restricties in de sport.

Kees van de Grint (Bridgestone’s en Ferrari’s voormalig bandenspecialist wiens kennis veel verder gaat dan het ‘zwarte goud’), Ernest Knoors (voorheen motorspecialist bij Cosworth en BMW en ‘hoofd klantenteams’ bij Ferrari) en Rob van den Heijkant (ex-aerodynamicus van onder meer Force India, Toyota en Marussia) buigen zich in deze special over het technisch DNA van de Formule 1.

De eerste vraag is dan natuurlijk: hoe ziet dat DNA eruit? Volgens Van de Grint was dat altijd ‘om dé top te zijn van de autosport, het meest revolutionair’. Knoors: “Voor mij was de Formule 1 altijd de proefkeuken van technische ontwikkeling: alles draaide om op de limiet zitten, of dat nou op motorisch gebied was of qua aerodynamica of wat dan ook. In de Formule 1 werd altijd gezocht naar het nieuwste, lichtste, beste.”

Lees ook: FIA geeft goedkeuring voor ‘regelrevolutie’: Budget cap komt eraan, F1 gaat nieuw tijdperk in

Van den Heijkant kan zich daarin vinden, maar licht er nog een ‘cruciaal’ element uit. “Dat ieder team z’n eigen ding doet, dat je niet met standaardauto’s rijdt. Juist in die zin is de Formule 1 voor mij uniek. Want hoewel je niet mag doen en laten wat je wil, is het wél een van de weinige klassen waarin je technische vrijheid hebt. Al sprak de sport vroeger wel meer uit de topklasse te willen zijn.”

Volgens Knoors was de F1 rond 2005 op z’n technische top. Foto: Motorsport Images.

Met dat laatste komt ons panel op een in hun ogen pijnlijk punt: alle regeltjes die de laatste decennia zijn ingevoerd. “Voor mij was het hoogtepunt de periode rond 2005, al komt dat misschien ook omdat ik er zelf nauw bij betrokken was”, zegt Knoors. Zowel Van de Grint als Van den Heijkant wijst naar de jaren erna als jaren waarin de technische teugels flink zijn aangehaald. Van den Heijkant: “Van 2006 tot en met 2008 mocht er veel meer dan daarna. Vanaf 2009 is de Formule 1 auto’s heel erg in boxes gaan opdelen: afgebakende vakken waarin je moet werken. De auto’s lijken daardoor sindsdien erg op elkaar, de vrijheid is uit het denken verdwenen.”

Van de Grint wijst naar ‘2006, 2007’ als de jaren waarin de Formule 1 die regels is gaan opstellen. “Toen begonnen ze met veel van die beperkingen. Als ik, met alle respect, naar de presentaties van de auto’s van nu kijk, zit ik er niet van: ‘wauw!’ Want alle auto’s lijken op elkaar.” Het is niet te vergelijken met de tijd van genieën als Colin Chapman en John Barnard, zo haalt hij aan. “Wat kan een genie nu nog in de Formule 1? Natuurlijk heb je nog genieën, maar er is veel creativiteit uitgebannen.” Wat dat betekent voor de toekomst? “Ik ben bang dat het meer een eenheidsklasse wordt.”

In FORMULE 1 nr. 06/07, deel II van onze special over zeventig jaar Formule 1, lees je het complete verhaal over het technisch DNA en de technische toekomst van de koningsklasse. Verder, onder meer: exclusieve fotoreportages van Peter van Egmond, de 33 meest invloedrijke coureurs én de grote F1 fotoquiz met mooie prijzen! FORMULE 1 nr. 06/07 is nu in de winkel te koop of hier te bestellen.