Red Bull-topman Helmut Marko is er zeker van dat het team van de fouten van de vorige winter heeft geleerd, al wil hij niet op de zaken vooruitlopen wat de kansen voor 2018 betreft.

Red Bull begon het afgelopen seizoen op achterstand. Problemen met de correlatie van de windtunnel en een ’technische commissie’ die niet goed functioneerde, zorgden ervoor dat de RB13-bolide gedurende de eerste seizoenshelft niet zo competitief was als gehoopt.

In gesprek met het Duitse Sky zegt Marko terugblikkend dat Red Bull destijds “te laat heeft gemerkt” dat de gegevens uit de windtunnel niet strookten met de praktijk op het circuit. “Daardoor hadden we pas vanaf de Grand Prix van Spanje een chassis dat ook maar enigszins competitief was.”

“Zoiets willen we nu natuurlijk vermijden”, benadrukt Marko, die net als Red Bull-teambaas Christian Horner aanstipt dat het de RB14 voor 2018 daarom eerder af wil hebben dan zijn voorganger, wat moet helpen. In de windtunnel en op de ontwerpbureaus ziet “alles er verder ook positief uit”, vertelt Marko.

De Renault-motor die ook volgend jaar weer achterin de Red Bulls ligt, zou verder eveneens verbeterd moeten zijn: “Ze hebben ons althans verbeterde prestaties in het vooruitzicht gesteld”, vertelt het Red Bull-kopstuk.

Red Bull-topman Helmut Marko.

Ondanks deze in theorie positieve optelsom, wil Marko nergens op vooruitlopen. “Laten we eerst maar afwachten hoe we het doen als we het circuit op gaan. Maar”, beklemtoont hij wel met vertrouwen: “van onze zijde hebben we zeker geleerd van het rampzalige begin van vorig seizoen.”

Wat natuurlijk ook vertrouwen geeft, is dat Red Bull zich gedurende 2017 flink heeft verbeterd, ondanks dat het “een zeer teleurstellend seizoen was”, zoals Marko het in gesprek met Auto, Motor und Sport omschrijft. “We waren in het begin te langzaam en onbetrouwbaar. Zowel wat de motor betreft als van onze kant. Het positieve is echter dat we ondanks ons nadeel op motorisch vlak wél steeds sneller zijn geworden en nog vooraan hebben meegedaan.”