McLarens MCL35M-bolide is flink anders dan zijn voorganger. Door de Mercedes-motor die achterin ligt, en door alles wat McLaren heeft moeten doen om daar ruimte voor te maken.

Dat legt McLarens technisch directeur James Key uit in gesprek met geselecteerde media, waaronder FORMULE 1 Magazine. Hoewel de ontwikkeling van de 2021-auto’s op veel punten ‘bevroren’ was door autosportbond FIA, kreeg McLaren als enige team dat van motorleverancier wisselt toestemming om toch nog wat extra broodnodige zaken aan te passen.

“Deze Mercedes-motor is namelijk toch op een behoorlijk andere wijze geïnstalleerd dan de Renault-krachtbron die we de afgelopen jaren hadden”, vertelt Key. “We moesten het proces natuurlijk wel respecteren en mochten niets aanpassen dat niet noodzakelijk was, maar zaken als het chassis, de koeling, versnellingsbak en energieopslag van de hybridemotor zijn toch flink anders.”

Lees ook: McLaren toont als eerste team 2021-auto, dit is de MCL35M van Norris en Ricciardo

Het gevolg? “Dat deze auto flink wat verschilt van zijn voorganger.” Volgens Key was het ‘niet ideaal’ om aanpassingen te moeten maken en daarbij geen volledige vrijheid te hebben: “Al is het gelukkig niet te zeer een compromis geworden.” De veranderingen zijn overigens niet alleen onderhuids: “De aerodynamica lag namelijk niet vast – voor niemand – dus de auto ziet er qua uiterlijk anders uit.”

Lees ook: Ricciardo is voorlopig van de markt en verklapt: ‘Lig voor drie jaar vast bij McLaren’

Een van de grootste wijzigingen qua aerodynamica is dat er onder de nieuwe regels achter een stuk ‘uit de vloer is geknipt’ om de downforce te beperken. “Dat merk je zeker”, bevestigt Key. “Dat heb ik ook van andere teams gehoord. De uitdaging is nu de verloren downforce elders op de auto terug te winnen. Ik vermoed echter dat we ergens gedurende 2021 wel weer op 2020-niveau terugkomen qua downforce.”