Voormalig Formule 1-coureur Alain Prost, in zijn tijd goed voor vier wereldtitels, maar thans ambassadeur van Renault, vindt niet dat de FIA moet ingrijpen om het momenteel dominante Mercedes af te remmen.

Als ambassadeur van het geplaagde Renault, dat sinds introductie van de huidige V6-turbomotoren in 2014 op achterstand staat en niet direct in staat lijkt haar problemen op te lossen, zou je wellicht verwachten dat Prost zich aansluit bij Red Bull-teambaas Christian Horner – die de FIA heeft opgeroepen om in te grijpen en de voorsprong van Mercedes in te perken – maar Prost wil daar niks van weten.

“De sport heeft problemen, maar ik vind het maar vreemd dat mensen het niet meer accepteren dat een bepaald team de Formule 1 domineert omdat ze hun werk simpelweg beter hebben gedaan dan de rest”, stelt Prost, die de huidige Mercedes-dominantie dus ook ‘niet per se slecht vindt’, in gesprek met Motorsport.com.

“Mercedes heeft zich een jaar of drie á vier enorm goed zitten voorbereiden op de nieuwe regels. Daarom domineren ze nu. Het zal de rest helaas twee of drie seizoenen kosten om ze bij te halen, maar zo werkt het spelletje nou eenmaal”, zegt de Fransman, die de onder meer door Bernie Ecclestone gesteunde oproep om Mercedes met het technisch reglement in de hand af te remmen dan ook ‘niet bij de Formule 1 vindt passen’.

Volgens Prost is het verder niet meer dan normaal dat de Formule 1 van tijd tot tijd door een bepaald team gedomineerd wordt, terwijl teams die eerder de dienst hebben uitgemaakt het dan juist weer moeilijk hebben, net zoals het volgens hem heel gewoon is dat er kleine teams zijn die in de problemen zitten: “Dat is altijd al zo geweest, net zoals er altijd al van alles op de achtergrond heeft gespeeld. Dat is heus niet nieuw.”

Wat Renault betreft, benadrukt Prost uiteraard dat hij hoopt dat de Franse firma het lek boven weet te krijgen. Hij spreekt daarbij ook zijn steun uit voor de veel bekritiseerde V6-turbokrachtbronnen, want de introductie daarvan is volgens hem zeer belangrijk geweest. “Het is wat de fabrikanten wilden. Zonder deze motoren waren Renault en Mercedes misschien gestopt en was Honda niet teruggekomen. De Formule 1 had er dan heel anders uitgezien.”