Dat het openingsweekend in Melbourne voor alle Renault-teams zonder betrouwbaarheidsproblemen is verlopen, is bemoedigend, stelt Renault-topman Cyril Abiteboul.

Het verbeteren van de betrouwbaarheid had over de winter ook prioriteit voor de Franse fabrikant, met de motorregels die voor dit jaar zijn aangescherpt. Waar een motorexemplaar in 2017 gemiddeld vijf races mee moest gaan, ligt dat nu op zeven Grands Prix.

Dat zowel de coureurs van het Renault-fabrieksteam als die van klanten Red Bull en McLaren geen motorproblemen hadden in Melbourne, onderstreept volgens Abiteboul dat dit werk zich in elk geval heeft uitbetaald.

In Melbourne eindigden alle zes auto’s met een Renault-motor in de punten, maar geen een op het podium.

“Alle zes door Renault-motoren aangedreven auto’s eindigden bovendien in de punten, wat het de eerste keer in onze geschiedenis maakt dat we met zes auto’s hebben gescoord. Dat is een resultaat waar we tevreden mee mogen zijn”, meent Abiteboul.

“Voor een seizoensopener, was deze uitkomst bemoedigend”, zegt de Fransman zowel over de prestaties van het Renault-fabrieksteam als het presteren van haar (klanten)motoren.

Ondanks Renaults eigen positiviteit om de betrouwbaarheid van de Franse V6, haalt Red Bull-teambaas Christian Horner aan dat de motor zijn team nog altijd terughoudt. De performance moet volgens hem zeker nog worden verbeterd.

“Ik weet dat Renault updates in de pijplijn heeft, maar je moet Renault maar vragen waar het om gaat. Ze geven niet alles prijs waar ze aan werken, maar wij pushen ze uiteraard voor meer vermogen”, aldus de Red Bull-teambaas.

Red Bull is er van overtuigd dat haar RB14-chassis heel goed is. Volgens kopstuk Helmut Marko is dat zelfs de enige reden dat Red Bull in de buurt van Mercedes en Ferrari kan blijven, maar is Mercedes “met deze motor door niemand te verslaan”.