Dat de overheid niet mee wil betalen aan een Grand Prix, maar wel geld uittrekt voor bijvoorbeeld het WK volleybal voor vrouwen of EK atletiek, noemt Woerts ‘appels met peren vergelijken’. “Om meerdere redenen. In de eerste plaats past zo’n WK volleybal in het plaatje van breedtesport, heeft een aanzuigende werking, zet mensen aan het volleyballen. In de Formule 1 hebben we met Max Verstappen één Nederlander die het geweldig doet en waar we blij mee mogen zijn, maar het is niet zo dat er allemaal talent doorstroomt.” De tweede reden die Woerts aanvoert, is dat een WK volleybal een eenmalige uitgave is. “Zo’n Grand Prix is een jaarlijks terugkerend commercieel evenement. Als je dan één keer begint met subsidiëren, blijf je betalen.” Rode loper in Assen
Een ander veelgehoord argument voor Zandvoort is de commerciële en toeristische impuls die een race de regio zou geven. “Maar dat is in Noord-Holland, en zeker rondom Amsterdam, toch helemaal geen argument?”, reageert Woerts. Bovendien, mocht Zandvoort het toch rondkrijgen, ‘dan begint het spel daar pas met milieuclubs en actiegroepen’, denkt hij. “In Assen gaat daarentegen de rode loper uit als de race er komt.” Drenthe kan namelijk wél een impuls gebruiken, stelt Woerts, en: “Alles pleit nu voor Assen”, meent hij ook. “Gekscherend zou ik tegen Prins Bernhard jr. zeggen: verkoop twee pandjes in Amsterdam en je hebt je Grand Prix binnen, maar de Formule 1 is een commercieel evenement en daar hoort een soortgelijke business case bij.” ‘Alles pleit voor Assen’
Begrijp hem niet verkeerd, zo besluit Woerts: hij zou het heel mooi vinden als de Formule 1 naar Nederland komt, ook in Zandvoort, maar dat is volgens hem nu ‘puur sentiment’. “De business case moet kloppen. Daarom pleit alles, in mijn ogen, voor Assen. Ze hebben daar de infrastructuur, topfaciliteiten, historie met de TT, ervaring met dit soort evenementen en een geweldige baan.” Lees ook: ‘GP van Nederland heeft in Assen sporteconomisch betere kans op succes’