Hij zegt het met een lachje: Max Verstappen wordt geroemd om zijn stoutmoedige inhaalacties en heeft al menig inhaalrace afgeleverd in de Formule 1, maar of hij zich nou echt verheugt op de inhaalslag die hem zondag in Sotsji wacht? “Ik sta natuurlijk liever vooraan.”

“Maar ja”, vervolgt hij in gesprek met geselecteerde Nederlandse media, waaronder FORMULE 1 Magazine, “als het moet dan moet het hè.” De afgelopen jaren staat Verstappen steevast vrij ver vooraan op de grid. De laatste keer dat hij van buiten de top tien vertrok? Monza 2019. Ook destijds, net als nu in Rusland, door een gridstraf. Na contact in het gedrang bij de start, knokte hij zich toen nog terug naar de achtste plek.

Zo ‘makkelijk’ als de laatste keer daarvoor, toen hij zich in 2018 in Amerika van de achttiende naar de tweede plek opwerkte, belooft het dit keer niet te worden. De auto’s zijn de laatste jaren flink veranderd: elkaar volgen en inhalen is er alleen maar lastiger op geworden. Dus die andere inhaalrace uit 2018 – toevallig ook hier in Rusland, toen hij van negentien naar vijf ging – is niet per se een goed voorbeeld.

Lees ook: Verstappen start achteraan in Rusland na motorwissel

Andere auto’s

“Het waren wel echt andere auto’s”, zegt Verstappen terugblikkend op zijn eerdere inhaalraces, waarvan er ook tussen 2015 en 2017 al een aantal voer waren voor de nodige highlight-filmpjes. Verstappen imponeerde toen door inhaalkansen te zien op plekken waarvan anderen er niet eens van durfden te dromen. Door later dan laat te remmen, met geweldig veel gevoel. Door grip te zoeken en vinden op lijnen die collega’s links lieten liggen.

Vandaag de dag, zegt Verstappen, “is het inhalen allemaal wat minder speciaal, of het gebeurt met DRS”, verwijst hij naar de openklapbare achtervleugel die voor meer topsnelheid zorgt. “Dat zijn niet allemaal de meest interessante acties.” De afgelopen race nog, op Monza, bleek wel dat inhalen met de 2021-auto’s een lastige klus is. “Ook omdat alle teams tegenwoordig dichter bij elkaar zitten”, zegt Verstappen. Dus nogmaals: “Het zal hier niet makkelijk worden.”

Op gevoel

Behalve dat het inhalen geen eitje is, komt Verstappen ook terug op het gevaar dat bij de start kan liggen. In het achterveld gebeurt nog wel eens wat. Of hij het voorzichtiger aan gaat doen? “Dat hangt af van hoe de start verloopt. Daar kun je nu nog niet te veel over nadenken. Je moet dat op gevoel doen en anticiperen.” Bekend met de gevaren is hij dus zeker, door die eerdere inhaalraces, en door zijn 2015 met Toro Rosso in de middenmoot. “Dan leer je dat ook.”

Met Verstappen die dit jaar voor het eerst serieus titelkandidaat is – hij staat in het WK vijf punten boven rivaal Lewis Hamilton – rijst ook de vraag of de titelstrijd dit keer in zijn gedachten mee zal spelen bij zijn inhaalrace. En of hij zodoende wat minder risico zal nemen. “Je moet gewoon binnen de limiet blijven”, klinkt het nuchter, “maar als je voorzichtig bent, kom je nergens voorbij. Dus ik moet zoals ik denk dat het moet naar voren rijden.”

Lees ook: Druk, kampioensstress, Mercedes-spelletjes: Verstappen lacht het allemaal weg