“Een witte Ferrari.” “Een replica Ferrari.” Het zijn zomaar wat benamingen voor de Haas VF-18. Nu het Amerikaanse team als een haas uit de startblokken is gekomen, vindt het zich in het middelpunt van een aloude discussie over de samenwerking tussen teams. In plaats van te klagen, zouden andere teams beter een voorbeeld aan Haas kunnen nemen.

Zoek de verschillen: Haas werkt al sinds voor haar debuut in 2016 nauw samen met Ferrari.

Relatief goedkoop als klein team een competitieve bolide op de grid zetten? Het klinkt als een voorbeeldmodel voor de Formule 1, maar het ‘Ferrari-bouwpakket’ van Haas, wordt met argusogen door de concurrentie bekeken. Haas werkt al sinds voor haar entree in 2016 met Ferrari, maar de gelijkenis van de Haas-bolides met die van de Scuderia werd met Haas dat twee keer op rij achtste in het WK finishte makkelijker over het hoofd gezien. Nu Haas zich ineens in de strijd om de eretitel van best of the rest en bijbehorende extra miljoenen aan prijzengeld lijkt te mengen, vinden Force India en McLaren ineens dat de Haas wel erg op een tweedehands Ferrari lijkt. Of erger: een nieuwe Ferrari in een ander jasje. En dan dat Haas- en Ferrari-personeel dat bij elkaar de fabriek in- en uitloopt, verdacht is het wel…

Het is terecht dat andere teams vraagtekens bij de samenwerking tussen Haas en Ferrari zetten. En natuurlijk is het verdacht dat het ‘huiswerk’ van de Amerikanen zo op dat van de Italianen lijkt. Maar waar afkijken nablijven betekende op de middelbare school, mag ‘de methode Haas’ in de Formule 1. De regels zijn zelfs voor Haas’ debuut al aangescherpt, maar teams proberen de hele tijd dingen door de mazen van de wet te glippen – nu alleen mogelijk wat meer. En laten we niet vergeten dat ‘beter goed gejat dan slecht bedacht’ de Formule 1-vuistregel blijft. Daarom is het ook zo verbijsterend dat niet meer teams doen wat Haas doet.

Met de STR03, een aangepaste door Adrian Newey ontworpen Red Bull RB4, had Toro Rosso in 2008 haar beste jaar. Daarna veranderden de regels en moest Toro Rosso onafhankelijker werken.

Het gaat in de sport al snel over het belang van ‘constructeur zijn’, maar enkele decennia geleden was chassis’ kopen doodnormaal. Het is hoe Frank Williams ooit begon, met een gekochte Brabham. En kun je van Williams nou echt zeggen dat ze tegenwoordig betere auto’s bouwen dan ze met hulp van buitenaf zouden kunnen? Of van Sauber? En Toro Rosso, dat al jaren (weer) meer wil samenwerken met Red Bull? Force India werkte rond 2009 overigens samen met… McLaren. Nou is dat tegenwoordig wellicht geen team om bij te spieken, maar in Mercedes heeft Force India sinds het begin van het hybride-tijdperk een trouwe partner gevonden.

Zover als tussen Haas en Ferrari gaat het bij Force India en Mercedes niet – en dat hoeft ook niet. Maar als je dan hoort dat Force India de begroting voor 2018 nog niet sluitend heeft, snap je waarom het klaagt, maar niet waarom het het zichzelf niet wat makkelijker maakt.

Voor de sport zou het wellicht alleen maar goed zijn, meer samenwerking. Het is kostenbesparend én kan de grid, mits goed gereguleerd, dichter bij elkaar brengen. Het verschil tussen constructeurs en ‘klanten’ is wel iets om over na te denken, maar om nou te zeggen dat de independents momenteel zo dicht bij de top drie weten te komen… En dan nog vereist ook het in elkaar zetten van zo’n ‘bouwpakket’ de nodige knowhow. “Ik wil iedereen wel uitdagen zo een auto in elkaar te zetten, het is zeker niet makkelijk” vertelde teameigenaar Gene Haas al eens. Kijk maar naar Haas’ eerdere jaren. Toen het nog niet zo opviel, die namaak-Ferrari’s.

Familie? Over de gelijkenis tussen de 2017-bolides van Ferrari en Haas hoorde je een stuk minder klachten.