Ze waren onafscheidelijk. Net als Dieter & Thomas van Modern Talking, de Duitse hitfabriek uit de jaren 80. Maar oud-coureur Robert Doornbos en zijn toenmalige vriend/sponsor Harry Muermans zijn nu elkaars vijanden. En zoals zo vaak in de Formule 1 draait het om geld.

Zag je Harry Muermans op het circuit, dan wist je dat Robert Doornbos nooit ver weg was. De één Rotterdammer en coureur, de ander Limburger en vastgoedmagnaat: partners in de Formule 1. De liefde is al jaren bekoeld. Tegenwoordig zijn de vrienden van weleer verwikkeld in een bikkelhard juridisch gevecht, met ruim tien miljoen euro als inzet.

De entree was in 2005 groots. Ik volgde Formule 1 destijds voor een landelijke krant en was present bij de Duitse GP op de Hockenheimring, waar Minardi’s teambaas Paul Stoddart Robert Doornbos presenteerde als opvolger van Patrick Friesacher. De Rotterdammer glom van oor tot oor, zijn financier Harry Muermans – voor een half seizoen moest twee miljoen euro worden afgetikt – straalde eveneens. Dat hadden ze toch maar mooi geflikt, vonden ze.

De enige die de entree van Doornbos minder waardeerde, was Christijan Albers. Hij kon zijn Nederlandse collega eigenlijk niet luchten of zien, vond hem een praatjesmaker die geen auto kon afstellen. Bij de verplichte team- en promotiefoto in de garage – Albers op de rechter voorband, Doornbos op de linker – moest de glimlach van eerstgenoemde van heel erg ver komen. En daarna moesten ze elkaar op verzoek van de fotografen ook nog de hand schudden.

Vorig jaar sprak ik Paul Stoddart in Albert Park over de relatie van Albers en Doornbos. Volgens hem was die inderdaad ijzig, als water en vuur. “En Christijan wilde geen data delen”, voegde de Australische kettingroker er met een grijns aan toe. Voor de paar journalisten die Formule 1 destijds intensief volgden was de Nederlandse line-up bij Minardi een paradijs: er gebeurde elke race wel weer iets. Off the record werd je uit beide kampen gevoed met smakelijke missers of onvolkomenheden van het andere kamp. De verhalen kwamen gewoon aanwaaien.

Waar Albers altijd een grote entourage om zich heen verzamelde, hield Doornbos het bescheiden. Muermans – volgens mij was de helikopter zijn favoriete vervoersmiddel – was er vanzelfsprekend altijd bij, zus Madelon liet zich ook zeer regelmatig in het rennerskwartier zien. Het Formule 1-bestaan van Doornbos eindigde zoals bekend vrij snel. Na Minardi betaalde hij (dan wel Muermans) in 2006 eerst nog zeven miljoen om bij Red Bull binnen te komen. In de Amerikaanse ChampCar Series had hij onder zijn bijnaam Bobby D en andermaal in de Minardi (met de naam van zijn vriend en geldschieter Muermans prominent op de achtervleugel) heel wat meer succes. Voor dat avontuur moest hij (dan wel Muermans) in 2007 1,75 miljoen euro betalen.

Tien jaar later vecht het duo om 10,6 miljoen euro. Volgens Doornbos heeft Muermans dat bedrag als sponsorgeld betaald, de Limburger beweert dat het om een lening gaat. De Rotterdammer kreeg van de rechtbank in Roermond aanvankelijk gelijk, maar die uitspraak werd onlangs door het gerechtshof in Den Bosch tot grote vreugde van Muermans verworpen.

Wordt ongetwijfeld vervolgd. Maar het blijft een risicovol beroep, paydriver. Zeker met andermans kapitaal.