Volgens motorsportchef Toto Wolff mag het Formule 1-team van Mercedes gelukkig zijn met hoe het dit jaar presteert. “We hebben een flinke stap vooruit gezet.”

Drie overwinningen, acht polepositions, 267 punten en een derde plek in de tussenstand bij de constructeurs: het is bij Mercedes reden om tevreden te zijn over het huidige, lopende, seizoen, zeker omdat in de drie jaar hiervoor – sinds het in 2010 terugkeerde als constructeur – maar één zege werd behaald en het team in 2012 slechts vijfde werd bij de constructeurs.

“We hebben totaal geen reden om ongelukkig te zijn met hoe het dit jaar loopt”, maakt Wolff, behalve motorsportchef van het hele concern ook executive director (business) bij het Formule 1-team, dan ook duidelijk in interview met Autosport.

“Hoewel we soms niet gelukkig zijn met het resultaat dat we in een bepaalde race behalen, zoals bijvoorbeeld de derde en vierde plaats in België, komen we in zo’n geval vaak snel tot inkeer als we na afloop van het weekend de tijd hebben gehad er over na te denken.”

“We hebben dit jaar namelijk een enorme stap gezet en dat is iets waar we trots op mogen zijn. Dat we de lat al doende hoger hebben gelegd, is alleen maar goed, aangezien we er natuurlijk naar streven op een dag wereldkampioen te worden.”

“Aan de andere kant moeten we er echter waakzaam voor zijn de lat niet ineens te hoog te leggen en onrealistische doelstellingen te hebben, want dan ontzeg je jezelf de kans om gelukkig te zijn met de meer realistische resultaten die je behaalt.”

“Dat we nu het op één na sterkste team op de grid zijn, is iets waar we gewoon trots op moeten zijn. Dat Red Bull ondertussen dominant is, doet er niet aan af dat wij als team geweldig veel vooruitgang hebben geboekt. Voor ons is het uitvogelen waarom Red Bull zo sterk is en proberen zelf in een soortgelijke dominante positie te komen, dan ook iets waar we ons de komende jaren op gaan mikken.”