Alexander Albon heeft naar eigen zeggen geen concrete doelstelling van Red Bull gekregen die hij moet halen om zijn zitje veilig te stellen voor 2021. Daarnaast zegt de Britse Thai dat de soort van deadline die teambaas Christian Horner heeft gesteld niks verandert voor hoe hij zijn job doet.

Over hoe hij te werk gaat, kun je natuurlijk twisten, maar feit is dat Albon zijn job niet goed genoeg doet als je naar de kale cijfers kijkt. Hij staat zevende in het WK met 64 punten, terwijl collega Max Verstappen derde is met 147. Daarnaast heeft hij Verstappen dit jaar nog geen een keer verslagen in de kwalificatie en is de marge doorgaans aanzienlijk – ook zaterdag weer, met 0.533 seconde verschil.

Lees ook: Hülkenberg, Albon, Schumacher en de andere spelers in het steeds gekkere ‘silly season’

Red Bull-teambaas Horner stelde daarbij voor aanvang van het weekend op Portimão dat Albon de komende twee races – in Portugal en volgende week op Imola – moet bewijzen dat hij zijn zitje verdient. Voor Albon zelf verandert dat echter niets, zegt hij: “Nee, want als coureur benader je elk weekend hetzelfde. Ik ga elke race op dezelfde manier in: me op mijn job en performance concentreren.”

‘Geen specifiek doel’

Uiteindelijk is dat ook gewoon de bottom line, weet Albon: presteren. “Dat is waar deze sport om draait, dat is geen geheim.” Wat Red Bull onder een goede prestatie verstaat – met Helmut Marko die heeft geroepen dat Albon binnen drie tienden van Verstappen moet zitten – is volgens Albon niet aan cijfers gebonden. “Er zijn geen specifieke doelen gesteld. Het is ook niet zo dat ik aan bepaalde statistieken moet voldoen.”

Lees ook: Horner: ‘Als we niet verdergaan met Albon dan kijken we buiten Red Bull-programma’

Wat hij wel moet doen, erkent en herhaalt hij, is beter presteren in de ogen van zijn bazen. Dat Horner en Marko inmiddels hebben gesteld dat Red Bull buiten het rijdersprogramma kijkt als het Albon besluit te dumpen, daar houdt Albon zich niet mee bezig. “Dat is noch mijn werk noch mijn probleem. Mijn taak is zelf in die rijderspool blijven. Dat er namen worden genoemd, verandert niks voor mij.”

‘Dit oor in, dat oor uit’

Datzelfde geldt voor alle berichten over zijn toekomst in de pers, benadrukt Albon. “Niks ten nadele van jullie”, zegt hij met een glimlachje tegen het journaille, “maar wat ik daarvan meekrijg gaat het ene oor in en het andere oor uit. Ik concentreer me op het werk met het team. Wat ik op mijn telefoon zie, verandert niks aan de rondetijden die ik rij.”