Een Grand Prix van driehonderd kilometer en bijna twee uur? Geen toptelevisie, vindt Bernie Ecclestone. De Formule 1-baas ziet liever sprintraces. Met simpelere regels.

In gesprek met Sport Bild beklaagt Ecclestone zich, zoals hij de laatste jaren vaker doet, weer eens over hoe complex de regels in de Formule 1 geworden zijn en benadrukt hij de noodzaak voor verandering van de weekendopzet.

De kern, beklemtoont Ecclestone, is dat Formule 1 ‘entertainment is’. “Maar als het publiek er niets van snapt, hoe kan je dat dan vermaken?”, vraagt de commerciële baas van de Formule 1 zich hardop af.

Als onderdeel van deze gedachtegang heeft hij al opgeroepen het huidige V6-tijdperk – en daarmee ook de Mercedes-dominantie, hoopt hij – tot een einde te brengen. Ook qua sportieve regels moet het echter anders, vindt Ecclestone.

“We moeten alle regels veranderen”, stelt de topman, die denkt dat het simpeler moet. Zowel voor de fans als de coureurs: “Want zelfs zij lijken lang niet altijd te weten wat wel en niet mag.”

“Het lijkt soms ook wel of het reglement echt racen verbiedt, maar wat maakt het nou uit als er af en toe contact is tussen coureurs? Laat die jongens het toch uitzoeken op de baan”, oppert Ecclestone.

De actie op de baan wil Ecclestone wat dat betreft ook wel eens opschudden door de weekendopzet te veranderen. Bijvoorbeeld door niet langer één lange Grand Prix te houden, maar twee kortere sprintraces.

“Jongeren hebben tegenwoordig een kortere aandachtsspanne dan vroeger. Voor de kijkers thuis zijn twee sprintraces van veertig minuten daarom betere televisie dan één lange, saaie Grand Prix.”

Ecclestone vindt het zelf ook niet altijd even spannend.