Het verder verlagen van de budget cap kan voor Ferrari aanleiding zijn om de Formule 1 te verlaten, waarschuwt teambaas Mattia Binotto. Het klinkt als het zoveelste Ferrari-dreigement om een verandering tegen te houden die het niet zint, maar volgens Ferrari is het vooral zaak goed na te denken over de gevolgen van ingrijpende kostenbesparing, en de menselijke kosten.

De budget cap komt er – ondanks aanvankelijk tegensputteren van Ferrari – in 2021, dat staat vast. Wat niet vast staat, is hoe hoog (of laag) hij komt te liggen. Aanvankelijk was afgesproken dat het plafond op 161 miljoen euro zou komen te liggen. Door de coronacrisis is deze recentelijk echter middels een herenakkoord verder gereduceerd, naar 138 miljoen euro. En er wordt over gesproken deze nog lager te leggen: op 133 miljoen euro in 2021 en 119 in 2022.

Lees ook: ‘Budget cap schuift verder naar beneden na positieve F1-top’

Een publiek geheim hierbij is dat Ferrari en Red Bull de grootste tegenstanders van het verder aanscherpen van de budget cap zijn. In Ferrari’s geval zelfs zozeer dat het bij monde van teambaas Mattia Binotto in The Guardian waarschuwt (van dreigen is volgens een later uitgevaardigd Ferrari-statement geen sprake) dat het de Formule 1 wel eens kan verlaten als de deze kostenbesparende maatregelen te ver gaan.

Red Bull en Ferrari zouden de grootste tegenstanders van een lagere budget cap zijn.

‘Wezenlijk verschil’

“Dit getal van 133 miljoen euro heeft al een wezenlijk andere impact dan wat we afgelopen juni hebben afgesproken”, vergelijkt Ferrari’s teambaas dit met het aanvankelijke bedrag van 161 miljoen euro. “Wij kunnen de 133 miljoen niet halen zonder verdere, grote offers te brengen, vooral wat betreft onze human resources“, doelt Binotto erop dat dit het noodzakelijk zou maken voor Ferrari om te snijden in haar personeelsbestand en (veel) mensen op straat te zetten.

‘Nadenken over opties’

“Als de budget cap nog lager komt te liggen, zouden we – hoewel we dat liever niet doen – moeten kijken naar andere mogelijkheden om ons autosport DNA de vrije loop te laten”, drukt Binotto dat netjes uit, in lijn met hoe voormalig Ferrari-topman Sergio Marchionne de afgelopen jaren geregeld naar Ferrari’s ‘DNA’ verwees als iets dat voor pure autosport staat, terwijl het de Formule 1 is die verandert.

Lees ook: Weblog: Het coronavirus kan juist als vaccin dienen voor de zieke Formule 1

Binotto vindt dat de Formule 1 goed moet nadenken over de gevolgen van een lagere budget cap.

Wat dat betreft erkent Binotto dat de Formule 1 ‘net als de rest van de wereld, een moeilijke tijd doormaakt door de coronacrisis’. “Maar dit is niet het moment om overhaast beslissingen te nemen zonder goed over de gevolgen na te denken”, stelt hij. Zo moet de Formule 1 ervoor zorgen dat het ‘qua technologie en performance de top van de autosport blijft’.

Menselijke kosten

Een bijkomend punt dat Binotto aanhaalt, is dat de Italiaanse wetgeving het lastiger maakt voor Ferrari om bijvoorbeeld flink in haar personeelsbestand te snijden of anderzijds kosten te besparen dan het voor de Engelse teams wellicht is. En dan nog kun je er volgens hem vraagtekens bij zetten of dat gezien Ferrari’s ‘ethische verantwoordelijkheid’ wel juist is: “Bedrijven spelen ook een sociale rol binnen een land, we zijn er niet alleen maar om winst te maken.”

In een later uitgevaardigd statement benadrukt Ferrari dat Binotto’s woorden geen dreigement zijn, maar Ferrari  ‘niet in een situatie wil komen’ dat het moet nadenken over racen in andere klassen naast de Formule 1.

Lees ook: Seidl (McLaren): ‘Coronacrisis is laatste wake-upcall voor ongezonde sport’