Romain Grosjean realiseert zich dat zijn tijd als coureur in de Formule 1 erop zit, en maakt zich zonder spijt op voor het volgende hoofdstuk in zijn leven.

De 34-jarige Fransman mag zich natuurlijk ook gelukkig prijzen, want hij ontsnapte wonderwel met zijn leven aan zijn vurige horrorcrash in Bahrein. Het herstel – Grosjean heeft brandwonden aan beide handen – verloopt voorspoedig. Maar wat de Formule 1 betreft is het wel klaar, erkent hij in interview met de Franse krant Ouest-France.

“Als coureur zit het er voor mij op in de Formule 1”, beseft hij, met Haas dat eind 2020 besloot niet met hem verder te gaan in 2021, en verder geen realistische kans op een stoeltje voor dit of volgend jaar. “Alle goede zitjes zijn vergeven, en ik wil geen comeback maken om daarna alleen maar mee te doen om het meedoen.”

Lees ook: Steiner: ‘Grosjean was als ie z’n dag had razendsnel, verdiende meer respect in de F1′

Geen spijt

Na zijn crash in Bahrein sprak Grosjean nog de hoop uit zijn tien jaar in de Formule 1 een passend afscheid te geven met een finale-optreden in Abu Dhabi, maar daar kwam het niet van. “Ik heb daar geen spijt van: het was mijn beslissing om niet te rijden in Abu Dhabi. Voor ik naar de dokter ging om te kijken of ik kon racen, besefte ik al dat het niet zou lukken. De dokter bevestigde dat alleen maar.”

“Als je zo’n beslissing zelf neemt, is dat ook een stuk makkelijker te accepteren”, vervolgt Grosjean, die nog wel aanblijft in zijn rol als directeur van ‘coureursvakbond’ GPDA (“want dat is zeer belangrijk voor me”) maar verder denkt aan een overstap naar de Amerikaanse Indycars of de endurance-racerij. Er gaan daarbij geruchten dat hij dicht bij een deal met Indycar-team Dale Coyne zou zijn.

Lees ook: ‘Grosjean dicht bij een deal met Indycar-team Dale Coyne Racing’

Grosjean zelf noemt de Indycars ‘een cool kampioenschap met goede coureurs’, maar vindt het lastig te zeggen of hij dicht bij een akkoord is. Ook omdat er de nodige oval-races op het programma staan, en hij die gevaarlijk vindt. “Dat is dus ook iets dat ik met mijn familie moet bespreken.” Mocht het rondkomen, zegt hij, dan zou dat heel mooi zijn. “Maar zo niet, dan ga ik op zoek naar iets anders.”