In de rubriek ‘het startnummer’ pakt Formule 1 voor elke dag van de maand januari het bijbehorende startnummer erbij. Aan de hand daarvan diepen we herinneringen op en/of laten we onze gedachten de vrije loop over bijbehorende coureurs, teams en momenten.

Vettel was in 2014 de laatste coureur met het nummer 1 op zijn auto. Foto: Red Bull.

Het blijft toch gek: geen nummer 1 op de grid. Sinds de heren coureurs met ingang van 2014 hun eigen startnummers mogen kiezen, reed de titelverdediger er alleen in dat eerste jaar nog mee op de auto. Dat was Sebastian Vettel, die het na vier titels op rij (van 2010 tot en met 2013) zeker en vast verdiend had. Hij prijkte trots voorop de Red Bull RB10, de 1. Na de enkele vinger die Vettel altijd op stak na wéér een zege in zijn kampioenschapsjaren – 34 in die vier jaar tijd. Na de status die hij binnen het team genoot, en volgens sommigen zelfs in de sport.

Het bracht hem echter geen geluk, in 2014, toen hij zelf dus voor het nummer koos. Vettel verloor zijn nummer één status in het team aan zijn nieuwe teamgenoot Daniel Ricciardo, en het vingertje kon geen één keer in de lucht. Geen poles, geen zeges. Hij eindigde in het WK op de plek van zijn vooraf al gekozen ‘eigen’ nummer, als vijfde. Dat was dan ook het nummer dat hij voor 2015 meenam naar zijn nieuwe team Ferrari. 5, in plaats van het zo gehoopte 1.

Geen 1, maar maar zijn eigen 44 voor titelverdediger Hamilton. Foto: Sutton Images.

Het nummer één was in 2015 helemaal niet terug te vinden op de grid. Lewis Hamilton, de kampioen van 2014, hield vast aan zijn eigen 44. Vanwege wat het voor hem betekent, vanwege wat hij ermee heeft bereikt in de Formule 1 en als jongeling in de karts. En, laten we eerlijk zijn, ook omdat het om het eigen startnummer heen draait om het bouwen van je brand. Shirtjes, petjes, miniatuurtjes of sokken: koop ze van Hamilton, en ze zijn met 44 versierd.

Ook in 2016, weer met Hamilton als titelverdediger, en in 2017 was het nummer 1 niet terug te vinden. Vorig jaar was dat omdat Nico Rosberg eind 2016 gelijk met de titel op zak met pensioen ging, zodat we zelfs geen titelverdediger hadden. In 2018 is die er wel weer, en is het weer Hamilton. Voor de vierde keer kampioen, voor de derde keer met Mercedes, zouden zijn monteurs de 1 nu wel eens op wat ook ‘hun’ auto is willen zien, verklapte Hamilton al eens. “Ze proberen me over te halen, maar ik ben niet van plan de 44 te veranderen”, sprak Hamilton na de race in Abu Dhabi.

Het blijft toch gek: geen nummer 1 op de grid, maar we hebben in elk geval wél een titelverdediger. En trouwens, vroeger kwam het ook nog wel eens voor. Sinds de Formule 1 in 1973 vaste startnummers voor het seizoen invoerde, ontbrak de 1 in 1993 en 1994. De kampioenen van de jaren ervoor, Nigel Mansell in ’92 en Alain Prost in ’93, verdedigen hun titels niet. Zoals in zoveel liedjes gezongen was het nummer 1 die jaren the loneliest number, al reed Damon Hill die beide seizoenen bij Williams met een nog gekker, eenzamer nummer: nul.

Hill in 1994 met het nummer 0 op zijn Williams. Foto: Sutton Images.